Wat is het instrument?
De Vlaamse overheid is, in bepaalde
gebieden en onder bepaalde voorwaarden, verplicht onroerende goederen aan te
kopen die door de eigenaars te koop aangeboden worden. De onroerende goederen liggen in een gebied waar
een landinrichtingsproject, project, plan of programma uitgevoerd wordt.
Daardoor dalen ze in waarde, of komt de bedrijfsvoering in het gedrang.
De
koopplicht is van toepassing op het deel van het onroerend goed dat binnen het
gebied ligt waar de koopplicht geldt. De koopplicht kan door de eigenaar voor
het volledig onroerend goed ook worden ingeroepen als het voor meer dan 80 %
ligt binnen het gebied waar de koopplicht geldt.
Als de
bedrijfsvoering ernstig in het gedrang komt door de uitvoering van het project,
in cumulatie met andere geplande of definitief besliste projecten, kan de
eigenaar de koopplicht inroepen voor alle onroerende goederen die de eigenaar
in gebruik heeft voor beroepsdoeleinden op het vlak van landbouw of bosbouw
binnen het Vlaamse Gewest.
Wat is het doel?
Het opzet is om aan eigenaars het recht te geven om
hun onroerende goederen te koop aan te bieden, vóór het goed in waarde
vermindert door een maatregel van de
overheid.
Wat zijn de voorwaarden om het instrument in te zetten?
- Koopplicht is een plicht van de overheid.
- Het onroerend goed daalt aanzienlijk in waarde door de uitvoering van een landinrichtingsproject of het project, plan of programma (d.w.z. als de waarde van het gedeelte van het onroerend goed dat ligt binnen het gebied waar de koopplicht geldt, met meer dan 20% is verminderd als gevolg van de uitvoering van het project.)
of
De leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering komt ernstig in het gedrang door de realisatie van het project (d.w.z. als het arbeidsinkomen daalt onder twee derden van het gewestelijk vergelijkbaar inkomen).
Welke procedure wordt gevolgd?
Voor het inzetten van het instrument
Koopplicht kan enkel worden ingezet als het opgenomen is in een landinrichtingsplan of in een inrichtingsnota. Het landinrichtingsplan of de inrichtingsnota bevat o.a.:
- het gebied waar het instrument wordt toegepast;
- een afweging van de mogelijke instrumenten;
- de motivering waarom een instrument wordt toegepast;
- een uitvoeringsprogramma;
- een financieringsplan.
De VLM geeft advies over de ontwerp inrichtingsnota bij een Vlaamse initiatiefnemer en keurt de inrichtingsnota goed als een provincie of gemeente de initiatiefnemer is.
De koopplicht kan worden toegepast na de vaststelling van het landinrichtingsplan of de inrichtingsnota.
Voor de uitvoering van het instrument
De uitvoering start bij de inwerkingtreding van
het landinrichtingsplan of de inrichtingsnota. Dit wil zeggen: veertien dagen
na de bekendmaking door de VLM van het besluit tot vaststelling van het
landinrichtingsplan of de inrichtingsnota in het Belgisch Staatsblad.
De
procedure voor de uitvoering van het instrument verloopt via de behandelende
entiteit, die heel dikwijls de Vlaamse Grondenbank zal zijn.
De
eigenaar dient bij de Vlaamse Grondenbank de aanvraag tot verplichte aankoop
in. De Vlaamse Grondenbank bezorgt de aanvraag tot verplichte aankoop onmiddellijk
aan de behandelende entiteit.
Wanneer de
initiatiefnemer de inzet van de koopplicht wil beëindigen, maakt hij een
besluit tot vaststelling van de voltooiing van de inrichtingsnota op.
Wat zou een alternatief zijn voor het instrument?
Vrijwillige
bedrijfsreconversie, een vrijwillige bedrijfsbeëindiging of een vrijwillige
bedrijfsverplaatsing. Dat kan
enkel als de eigenaar ook de gebruiker is van het bedrijf.
Welke voordelen heeft het instrument?
Het
voordeel van het instrument koopplicht is dat de eigenaar een recht heeft om zijn
onroerend goed waarvan de waarde is gedaald, te verkopen aan de overheid. Als een
eigenaar van een stal geen landbouwer (in hoofdberoep) is, komt hij immers niet
in aanmerking voor een vrijwillige bedrijfsverplaatsing, bedrijfsreconversie of
bedrijfsbeëindiging.
Waar moet u rekening mee houden?
Het
nadeel voor de overheid die de koopplicht uitvoert, is dat die soms veel moet
betalen voor een onroerend goed waarvan de aankoop niet nodig is om het project
te realiseren.
Hoe wordt de financiering geregeld?
De overheidsentiteit die verplicht is om het onroerend goed aan te kopen, is de instantie die belast is met de uitvoering van het landinrichtingsplan (of gedeelten ervan) of de uitvoering van de inrichtingsnota.
Bij het bepalen van de aankoopprijs wordt geen rekening gehouden met de waardevermindering die voortvloeit uit het project. Als de eigenaar al planschade ontvangen heeft, wordt dat bedrag afgetrokken van de aankoopprijs. Als de eigenaar toepassing maakt van de koopplicht, kan hij geen aanspraak meer maken op planschade, patrimoniumverlies, schadevergoeding of andere koopplicht van het Vlaamse Gewest voor hetzelfde onroerend goed.
De aankoopprijs bestaat uit de normale aankoopwaarde aangevuld met een wederbeleggingsvergoeding.
Bij de inzet van het instrument koopplicht via de opmaak van een landinrichtingsplan is voor de verwerving van onroerende goederen een subsidie van de Vlaamse Gewest mogelijk:
- Als een gemeente of een provincie de onroerende goederen verwerft, dan is maximaal 50% subsidie vanuit landinrichting mogelijk van het totale bedrag van de uitgaven voor de grondverwerving.
- Als de VLM de onroerende goederen verwerft en die onroerende goederen vervolgens overdraagt aan een entiteit van de Vlaamse overheid, dan is maximaal 100% subsidie vanuit landinrichting mogelijk van het totale bedrag van de uitgaven voor de grondverwerving.
- Als de VLM de onroerende goederen verwerft en die onroerende goederen vervolgens overdraagt aan een provincie of een gemeente, dan is maximaal 50% subsidie vanuit landinrichting mogelijk van het totale bedrag van de uitgaven voor de grondverwerving.
- Als de VLM de onroerende goederen verwerft en die onroerende goederen vervolgens in erfpacht worden gegeven aan een provincie of een gemeente, dan is maximaal 100% subsidie vanuit landinrichting mogelijk van het totale bedrag van de uitgaven voor de grondverwerving, op voorwaarde dat de totale vergoeding voor erfpacht, die de erfpachter moet betalen aan de Vlaamse Landmaatschappij, minstens 50 % van het totale bedrag van de uitgaven voor de grondverwerving bedraagt.
De VLM rekent werkingsmiddelen aan als zij voor de realisatie van een inrichtingsnota de koopplicht uitvoert.
Wie in de VLM kan u verder helpen?
U kan ons
contacteren op landinrichting@vlm.be.
Meer info over
de koopplicht vindt u op: https://www.vlm.be/nl/themas/Vlaamsegrondenbank/koopplicht