| Interreg Vlaanderen-Nederland trekt 1,4 miljoen euro uit voor het Grenspark Groot-Saeftinghe. Dat ambitieuze project moet de natuur rond het Verdronken Land van Saeftinghe verbeteren en het Schelde-estuarium op ecologisch-economisch vlak doen herleven. In 2019 wordt het project na drie jaar afgerond: wat is er al gerealiseerd?
|
Het Grenspark Groot-Saeftinghe kadert in de verdieping van de Westerschelde en de bijhorende natuurcompensatie in de Hedwige- en Prosperpolder. Vlaanderen en Nederland hebben samen beslist dat die ontwikkelingen gepaard zullen gaan met een verdere optimalisatie van het grensoverschrijdend natuurbeheer in het Schelde-estuarium. Zo ontstaat een enorm aaneengesloten estuarien natuurgebied: het Grenspark Groot-Saeftinghe.
“De Linkerscheldeoever is sinds enkele jaren het toneel van havenontwikkeling. Aan landbouwzijde is dat eerder een negatief verhaal: heel wat landbouwers hebben grond verloren, al proberen we dat via een grondenbank en andere flankerende maatregelen zoveel mogelijk te milderen”, zegt projectleider Jan Verboven van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). “Het project Grenspark Groot-Saeftinghe wil de regio opnieuw een positieve boost geven door de natuur in het gebied te herstellen en te verbeteren. Tegelijk bekijken we hoe we de streek kunnen versterken voor de inwoners en de landbouwers.”
Focus op biodiversiteit
Op ecologisch vlak stelt het project drie activiteiten centraal: het herstel van de vogelbiodiversiteit, de optimalisatie van de estuariene natuur, en het ecohydrologisch herstel van de binnendijkse gebieden. “Met concrete maatregelen proberen we de vogelbiodiversiteit te vergroten. Dat gaat van het aanleggen van broedeilanden in de Westerschelde tot het plaatsen van vossenrasters om broedende weidevogels meer kansen te geven. Zulke ingrepen zijn vooral het domein van onze collega’s bij het Agentschap voor Natuur en Bos en de Stichting Het Zeeuwse Landschap”, aldus Jan Verboven. “De VLM legt zich concreet toe op het verbeteren van het leefgebied van de bruine kiekendief. Dat gebeurt door speciale gewassen zoals grasklaver en spelt te telen om muizen aan te trekken. Daarvoor sluiten we overeenkomsten met lokale landbouwers. Zij gaan zowel op hun eigen percelen als tijdelijk op percelen van de Grondenbank Linkerscheldeoever aan de slag.”
Aan Zeeuwse kant investeert het Grenspark-project heel wat tijd en middelen in de gebieden die net achter de dijk liggen. Ook daar wordt de biodiversiteit vergroot, bijvoorbeeld door oude geulen te herstellen zodat vo-gels er drink- en rustplaatsen vinden. Jan Verboven: “Tot slot maken we ook een grensoverschrijdend natuurbeheersplan op. De optimalisatie van de estuariene natuur op Vlaams grondgebied blijft eerder beperkt zolang er geen nieuwe juridische basis voor haven- en natuurontwikkeling op de Linkerscheldeoever is.”
Streekidentiteit ontdekken
Naast de biodiversiteit wordt er ook gewerkt aan een breder draagvlak voor het Grenspark Groot-Saeftinghe. Nu de contouren van de havenontwikkeling stilaan duidelijk worden, willen de projectpartners bekijken hoe de lokale bevolking aan het Grenspark kan bijdragen, en wat het Grenspark voor hen kan betekenen. Jan Verboven: “Op lange termijn werken we aan een soort samenwerkingsentiteit: een verzameling van burgers, land-bouwers, bedrijven en bestuurders die het Grenspark in de toekomst zullen beheren. De ‘streekholders’ vormen immers het menselijk kapitaal van de regio. We willen komen tot een Grenspark dat niet alleen uniek is op natuurvlak, maar dat ook nieuwe kansen biedt voor ecologisch-economische gebiedsontwikkeling.”
“Samen met de streekholders gaan we op zoek naar het DNA van het Grenspark. Hoe ziet het gebied eruit op het vlak van landbouw, natuur, industrie en recreatie? Hoe kunnen die vier elkaar versterken? Welke nieuwe kansen zijn er? Je kunt het Grenspark zien als een soort natuurkern met een ruimere buitenschil. Binnen de natuurkern proberen we onder meer de doelstellingen voor de bruine kiekendief te realiseren. Dat doen we in samenwerking met de lokale landbouwers. De buitenschil biedt dan weer veel mogelijkheden op het vlak van toerisme en (verblijfs)recreatie: denk maar aan kamerverhuur, fietsonderhoud, wandelroutes, streekproducten … Zo kunnen de natuurkern en het buitengebied elkaar versterken. Het Grenspark heeft een unieke kans om een sterke streekidentiteit te ontwikkelen. Daarvoor werken we nauw samen met de inwoners en andere betrokkenen.”
Vlaams-Nederlands convenant
Door de samenwerking rond het Grenspark hebben de VLM en de provincie Zeeland elkaar de afgelopen jaren beter leren kennen. Die goede samenwerking willen ze ook na het project verderzetten. Momenteel onderzoeken de partners samen hoe ze de landbouwstructuren in de streek kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door gerichte kavelruil, en hoe de landbouw optimaal bij andere aspecten van het Grenspark kan aansluiten.
“Op 14 november 2018 hebben we een convenant ondertekend om nauwer met de provincie Zeeland te gaan samenwerken”, zegt Jan Verboven. “In de toekomst zien we nog heel wat mogelijkheden om samen aan de slag te gaan. Vooral in Grenspark Groot-Saeftinghe hebben we veel gemeenschappelijke belangen, die blijven we samen onder onze hoede nemen. We zijn met verschillende projectpartners in het gebied op bezoek geweest om te bekijken wat er al gerealiseerd is en wat de mogelijkheden nog zijn. We zoeken ook naar gepaste beleidsinstrumenten en financieringsmogelijkheden om de streek verder te ontwikkelen. De regio rond het Verdronken Land is de laatste jaren op recreatief vlak al veel aantrekkelijker gemaakt. Die inspanningen zullen de basis blijven vormen voor het Grenspark.”