| Begin 2016 werd de Vlaamse erosiewetgeving versoepeld. De nieuwe versie biedt landbouwers meer mogelijkheden om maatregelen op hun bedrijfsvoering af te stemmen. Het LEADER-project ‘Boeren op een helling’ brengt gemotiveerde landbouwers samen in lokale netwerken: “Zo kunnen ze elkaar ondersteunen en de resultaten van maatregelen vergelijken.”
|
Sinds 2015 moeten landbouwers met erosiegevoelige percelen maatregelen treffen om grondafspoeling tegen te gaan. Na enkele bijsturingen werden op 1 januari 2016 de huidige verplichtingen van kracht. De snelle aanpassing van de regels zorgde bij veel landbouwers voor vragen en onduidelijkheid. Daarom startte het agrobeheercentrum Eco² in de Vlaamse Ardennen ‘Boeren op een helling’ op: een proefproject dat focust op samenwerking tussen landbouwers en de uitwisseling van kennis en ervaringen. Het project kadert binnen LEADER, een Europees initiatief dat inzet op lokale ontwikkelingsstrategieën. Ook Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek (PCM), het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) en het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) nemen deel.
Kennis verzamelen
“Met ‘Boeren op een helling’ willen we alle informatie over erosie samenbrengen op één onlineplatform”, vertelt projectleider Maarten Raman van Eco². “Daar kunnen landbouwers terecht met al hun vragen over erosie: wetgeving, teeltgerelateerde aspecten ... We verzamelen kennis en ervaringen en bekijken wat bruikbaar is in de Vlaamse Ardennen. Elke regio is immers anders: in de Vlaamse Ardennen heb je bijvoorbeeld veel gemengde landbouwbedrijven, die op erosiegevoelige percelen voedergewassen zoals graan en maïs telen.”
“Naast het kennisplatform brengen we landbouwers samen in kleine agrobeheergroepen die samen erosie kunnen bestrijden. Met een collectieve aanpak willen we meer maatregelen mogelijk maken. De huidige ingrepen zijn niet voor alle landbouwers even geschikt: brede grasstroken zijn moeilijk in je bedrijfsvoering in te passen als je varkens kweekt en je met dat gras niets kunt doen. Een collega-landbouwer kan dat gras misschien wél gebruiken. Een groepsaanpak kan veel drempels wegnemen. In de Vlaamse Ardennen starten we momenteel zo’n groep op.”
Standpunt van de landbouwers
Het proefproject ‘Boeren op een helling’ focust onder meer op vorming, demo’s en kennisuitwisseling. Daarnaast zochten de projectpartners ook een beperkt gebied om concrete maatregelen uit te testen. De keuze viel op de omgeving van de Pauwelsbeek in de gemeente Maarke-Kerkem. Daar zijn een tiental landbouwers en landeigenaars actief. Zij werden allemaal uitgenodigd om een werkgroep te vormen en samen na te denken over acties tegen erosie.
“Over het probleem is iedereen het eens, maar over de oplossingen lopen de meningen soms ver uiteen”, glimlacht Maarten Raman. “De meeste landbouwers passen al maatregelen uit de nieuwe wetgeving toe, zoals niet-kerende bodembewerking of het aanleggen van grasstroken of drempeltjes. In de werkgroep kunnen we verschillende meningen en ervaringen naast elkaar leggen. Welke maatregelen staan in de wetgeving maar zijn in de praktijk niet haalbaar? Zijn er ook maatregelen die goede resultaten boeken maar nog niet erkend zijn? We willen de landbouwers op de hoogte brengen van de mogelijkheden en tegelijk niet-werkbare maatregelen oplijsten voor de overheid. Het gebied rond de Pauwelsbeek is een prima testzone omdat het vlak bij een bufferbekken ligt. Dat fungeert als een rechtstreeks meetpunt: als maatregel X of Y goed werkt, zien we meteen minder afgestroomde grond in het bekken.”
Gebaseerd op vertrouwen
De directe betrokkenheid van de landbouwers is cruciaal om een breed draagvlak voor erosiebestrijding te creëren. Daarom wordt de werkgroep bewust beperkt gehouden. Maarten Raman: “In een agrobeheergroep zitten enkel landbouwers en het agrobeheercentrum. Wij ondersteunen hen en verschaffen informatie, maar initiatieven nemen doen de landbouwers zelf. Lokale netwerken steunen heel erg op vertrouwen: de leden kunnen dure machines de-len of voeren werken uit op elkaars terrein. Landbouwers zijn vaak zelfstandige mensen die graag zelf bekijken wat werkt en wat niet. Zolang het resultaat er is, moet dat kunnen. Uiteindelijk zijn landbouwers zelf het grootste slachtoffer van erosie. Ze spenderen veel tijd, geld en energie om hun grond vruchtbaar te houden. Dus zijn ze gemotiveerd om die vruchtbare grond niet tijdens een regenbui te laten wegspoelen.”
“De nieuwe erosiewetgeving, die veel keuzemogelijkheden biedt, is alvast een pluspunt. Landbouwers kunnen nu maatregelen kiezen die bij hun individuele bedrijfsvoering past. Elk bedrijf is anders en zelfs percelen van eenzelfde landbouwer kunnen verschillen: een andere ligging, andere gewassen … Daarom bekijken we op perceelniveau welke erosiemaatregelen het meest doeltreffend zijn.”
Bottom-up-aanpak
De zelfstandige werking van de agrobeheergroep laat niet alleen toe om de erosiewetgeving top-down door te voeren, maar ook om relevante feedback te geven. Zo krijgt ook de landbouw een stem in het erosiebeleid, vindt Maar-ten Raman. “Een project als ‘Boeren op een helling’ zorgt ervoor dat de landbouwers ook hun stem kunnen laten horen. Tenslotte moeten zij de maatregelen op hun terrein uitvoeren. Sommige ingrepen werken goed, andere zijn in de praktijk heel complex. Dan is het wel fijn als je kunt uitleggen waaróm iets zo complex is, en hoe het misschien beter kan.”
“Het ‘Boeren op een helling’-project is een doorgeefluik dat in twee richtingen werkt. We verzamelen alle beleidsinfo voor de landbouwers en koppelen hun feedback terug naar de overheid. Via onze website en in gesprekken met landbouwers verzamelen we belangrijke vragen, die we correct proberen te beantwoorden. Indien nodig kaarten we bij de wetgever problemen aan rond maatregelen die moeilijk haalbaar zijn. Via een goede samenwerking hopen we een optimaal resultaat te bereiken.”
Project uitbreiden
De komende maanden en jaren wil het agrobeheercentrum de testgroep in de Vlaamse Ardennen stilaan uitbreiden en eventueel nieuwe groepen opstarten. Zo kunnen landbouwers elkaar maximaal ondersteunen. “Ook voor ons is dit een kans om meer te leren over werkbare erosiebestrijding”, meent Maarten Raman. “Hoe meer maatregelen we in de werkgroep testen en bespreken, hoe beter we andere landbouwers op weg kunnen helpen. Het hoofddoel van een lokaal netwerk zal altijd zijn om (veel) minder grond te laten wegspoelen. Zeker nu de klimaatverandering steeds duidelijker wordt, met hevige regenbuien en langere periodes van droogte, is erosiebestrijding belangrijk. Daar willen we dus nog meer op inzetten.”
Meer info:
http://www.boerenopeenhelling.be/ en http://www.agrobeheercentrum.be/