Scheiden van bedrijfseigen mest op het landbouwbedrijf

• ​​​​​​Inleiding
• dunne fractie:
• afzetmogelijkheden
• opslag
• dikke fractie:
• afzetmogelijkheden
• opslag

Inleiding

Kleinschalige mestbewerking, namelijk mestscheiding op het landbouwbedrijf, is mogelijk. Zo kunt u als landbouwer uw bedrijfseigen ruwe mest zelf fysiek scheiden op uw bedrijf in dunne fractie en dikke fractie, zonder hygiënisatie. Hierbij worden er twee nieuwe meststromen gecreëerd.

Het scheiden van mest is een mestBEwerking. Alleen als de gecreëerde meststromen afgevoerd worden naar een verwerkingsinstallatie of geëxporteerd worden, is er sprake van mestVERwerking.

Wat de afzetmogelijkheden zijn voor die twee nieuwe niet-gehygiëniseerde meststromen, leest u hieronder. De informatie geldt alleen voor het scheiden van bedrijfseigen mest. Opgelet: als u ook mest scheidt die niet op uw exploitatie wordt geproduceerd, gelden andere regels.

Dunne fractie

Afzetmogelijkheden

• Terug naar de mestput:
  

• De dunne fractie gaat terug naar de mestput en wordt gemengd met de ruwe mest. 
  Als u die mengeling vanuit de mestput afvoert, moet een mestanalyse worden uitgevoerd, omdat de forfaitaire inhoudswaarden of analysewaarden van de ruwe mest niet meer van toepassing zijn. De inhoud van de opslag op 1 januari, moet u aangeven op de Mestbankaangifte als mengeling, met de specifieke mestcode en analyse (zie tabel dunne fractie)
• De dunne fractie wordt in een aparte mestput opgeslagen. 
  Als u de dunne fractie afvoert, moet een mestanalyse worden uitgevoerd. De inhoud van de opslag op 1 januari, moet u aangeven op de Mestbankaangifte als runder- of varkensmest na scheiding dun, met de specifieke mestcode en analyse (zie tabel dunne fractie).

• Afzet naar eigen gronden:

  U kunt uw dunne fractie zelf opbrengen op uw eigen gronden. Meer info hierover, vindt u op de pagina over eigen mest op eigen grond.

• Gebiedsgerichte maatregel vanaf 01/08/2019: jaarlijks moet vanaf 1 augustus elk vervoer van vloeibare dierlijke mest naar een perceel in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 gebeuren door een erkende mestvoerder. Die verplichting geldt niet als het gaat om een perceel grasland of om een blijvende teelt.

• Afzet naar landbouwgronden van derden binnen Vlaanderen:

  Het transport van dunne fractie in dezelfde of aangrenzende buurgemeente kan via een burenregeling gebeuren. Het transport van dunne fractie verder dan de buurgemeente moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument.

• Gebiedsgerichte maatregel vanaf 01/08/2019: jaarlijks moet vanaf 1 augustus elk vervoer van vloeibare dierlijke mest naar een perceel in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 gebeuren door een erkende mestvoerder. Die verplichting geldt niet als het gaat om een perceel grasland of om een blijvende teelt.

• Afzet naar mestverwerking binnen Vlaanderen:

  Het transport van dunne fractie in dezelfde of aangrenzende buurgemeente kan via een burenregeling gebeuren. Het transport van dunne fractie verder dan de buurgemeente moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument. 

• Afzet buiten Vlaanderen (naar landbouwgrond of naar mestverwerking):

  Het transport van dunne fractie moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument. Bij vervoer naar andere landen moet ook worden voldaan aan de Verordening (EU) 1069/2009 en aan de voorwaarden van het ontvangende land of regio.

Samenvattende  tabel voor de afzet van dunne fractie:

Opslag

De opslagvoorwaarden worden gespecificeerd via de milieuvergunning. Voor dunne fractie moet u aan de opslag- en construc​tievoorwaarde​​n voor dierlijke mengmest voldoen.

Dikke fractie

Afzetmogelijkheden

• Terug naar de mestput:
  

  • De dikke fractie gaat terug naar de mestput en wordt gemengd met de ruwe mest. 

    Als u die mengeling vanuit de mestput afvoert naar derden, moet een mestanalyse worden uitgevoerd, omdat de forfaitaire inhoudswaarden of analysewaarden van de ruwe mest niet meer van toepassing zijn. 

  • De dikke fractie wordt opgeslagen. 
    Als u de dikke fractie afvoert naar derden, moet een mestan​​​alyse worden uitgevoerd. De inhoud van de opslag op 1 januari, moet u aangeven op de Mestbankaangifte als runder- of varkensmest na scheiding dik, met de specifieke mestcode en analyse (zie tabel dikke fractie).
    
    
  • Gebruik van dikke fractie als ligbedstrooisel. In ​november 2018 is er door het FOD een omzendbrief verspreid dat er een gedoogbeleid is voor het gebruik van dikke fractie rundermest van eigen runderen als ligbedstrooisel. Als de dikke fractie na gebruik als ligbedstrooisel terug in de mestput komt, moet u de aanwijzingen onder “de dikke fractie gaat terug naar de mestput en wordt gemengd met ruwe mest" volgen. De dikke fractie die op 1 januari in gebruik is als ligbedstrooisel, moet u aangeven op de Mestbankaangifte als rundermest na scheiding dik (mestcode 676).

• Afzet naar eigen gronden:

  U kunt als landbouwer uw dikke fractie zelf opbrengen op uw eigen gronden. Meer info hierover, vindt u op de pagina over eigen mest op eigen grond.

• Afzet naar landbouwgronden van derden binnen Vlaanderen:

  Het transport van dikke fractie in dezelfde of aangrenzende buurgemeente kan via een burenregeling gebeuren.​ Het transport van dikke fractie verder dan de buurgemeente moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument.
  

• Afzet naar mestverwerking binnen Vlaanderen:

  Het transport van dikke fractie in dezelfde of aangrenzende buurgemeente kan via een burenregeling gebeuren. Het transport van dikke fractie verder dan de buurgemeente moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument.

• Afzet buiten Vlaanderen (naar landbouwgrond of naar mestverwerking):

  Het transport van de dikke fractie moet gebeuren door een erkende mestvoerder met een mestafzetdocument. Bij vervoer naar andere landen moet u ook voldoen aan de Verordening (EU) 1069/2009 en aan de voorwaarden van het ontvangende land of regio.

Samenvattende tabel voor de afzet van dikke fractie:

Opslag

De opslagvoorwaarden worden gespecificeerd via de milieuvergunning.

Voor dikke fractie moet u aan de opslagvoorwaarden voor vaste dierlijke mest buiten de stal voldoen. De constructievoorwaarden moeten voldoen aan de voorwaarden voor permanente opslagplaats. Het opslaan op de kopakker is enkel toegestaan voor meststoffen type 1, in geval van dikke fractie is hiervoor een attest nodig.​