Worden de maatregelen en technieken die in het buitenland al uitvoerig getest en gemeten zijn, opgenomen in de lijst?
Buitenlandse maatregelen en technieken komen niet automatisch op de lijst.
Als de fabrikant een aanvraag bij de VLM indient, beoordelen het WeComV (Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij) en het AT (Administratief Team Luchtemissies Veeteelt) die volgens de normale procedure. De meetresultaten uit het buitenland kunnen meegenomen worden in de beoordeling.
Er is ook een zogenaamde 'fastlaneprocedure' beschikbaar. Een voorwaarde om van die versnelde procedure gebruik te kunnen maken, is dat de maatregel of techniek al door een officiële instantie in de buurlanden werd erkend. Er wordt dan gekeken of ook in Vlaanderen dezelfde resultaten (vooropgestelde reductie van de maatregel) behaald kunnen worden. Voor meer informatie over de fastlaneprocedure kunt u contact opnemen met het AT via
at.luchtemissiesveeteelt@vlm.be.
Wat kost een procedure om een nieuwe techniek op de AER-lijst te krijgen?
Er zijn geen kosten verbonden aan de aanvraag.
Is een proefvergunning alleen mogelijk voor testtechnieken op nieuwe stallen of kan dat ook voor technieken die geplaatst worden in bestaande stallen?
Als de technieken in een bestaande stal kunnen geplaatst worden, kunnen ze uitgetest worden binnen de bestaande vergunning. Er is dan geen proefvergunning nodig. Opgelet: er moet wel gewerkt worden binnen het kader van de bestaande vergunning (het aantal toegelaten dieren bijvoorbeeld). Een techniek voor 100 dieren kan niet getest worden in een stal die vergund is voor 50 dieren.
Als er voor een bepaalde techniek een nieuwe stal gebouwd moet worden, dan hebt u een testtechniek-label en een proefvergunning nodig. Daarvoor neemt u het best contact op met
at.luchtemissiesveeteelt@vlm.be.
Welke stappen moet een landbouwer zetten om een variant die sterk lijkt op een erkende techniek ook op de fiche te krijgen?
Bij varianten van bestaande technieken zal het AT en/of het WeComV beoordelen in hoeverre de emissiereductie van de variant in lijn ligt met de emissiereductie van het origineel. De landbouwer beschrijft hiervoor de techniek van de variant in detail (best aangevuld met foto's, plannen,...) en dient zijn dossier via een officiële aanvraag in bij
at.luchtemissiesveeteelt@vlm.be. Als geoordeeld wordt dat de emissiereductie binnen de variant hetzelfde blijft, dan zullen extra metingen niet nodig zijn en zullen de emissiereducties of -factoren ook hetzelfde zijn. U kunt op voorhand
contact opnemen met het AT als u begeleiding wilt bij dit proces.
Hoelang duurt het ongeveer om een nieuwe techniek erkend te krijgen?
Hoe beter het dossier is voorbereid door de aanvrager (duidelijke wetenschappelijke onderbouwing van de verkregen emissiereductie, gedetailleerde beschrijving van de werking, borging, controle... ), hoe sneller het AT en WeComV het dossier kunnen beoordelen.
Waar kunnen we de technieken, maatregelen of werkwijzen vinden die ons kunnen helpen in het voortbestaan van ons melkveebedrijf?
De maatregelen zijn te consulteren in het
decreet over ammoniakemissiereducerende maatregelen. In dat decreet werden de AEA-lijst (°2004) en de PAS-lijst (°2014) samengevoegd tot één lijst van AER (ammoniakemissiereducerende) maatregelen.
Via de link vindt u:
- alle AEA-fiches (p. 9-109)
- V-lijst (p. 7-37)
- P-lijst (p. 37-81)
- S-lijst (p. 81-109)
- alle PAS-fiches (p. 109 - 238)
- Rundvee (p. 109-210)
- Varkens (p. 210-223)
- Pluimvee (p. 223-237)
- Geiten (p. 237-238)
Is een volle vloer met schuif een reductiemaatregel?
In de PAS-lijst (intussen AER-lijst) zijn enkele maatregelen opgenomen waarbij er een mestschuif is in de volle vloer. Het is de bedoeling dat de maatregel wordt uitgevoerd zoals dat is beschreven in de fiches die deel uitmaken van de lijst. Varianten van die maatregelen moeten eerst goedgekeurd worden.
Bestaan er nu al reducerende technieken voor potstallen melkvee?
Een maatregel die in combinatie met gestrooide stallen in de lijst staat, is beweiden. Het is dan wel belangrijk om de voorwaarden uit de fiche voor de respectieve diercategorie te volgen. Het aantal uren beweiding, de registratie van de beweiding... moeten correct toegepast worden zodat de beoogde emissiereductie behaald kan worden.
Waarom is er geen reductie voorzien voor geiten, paarden, kalkoenen, alpaca's, enzovoort?
Deze diercategorieën werden niet als prioritair gezien bij de opmaak van het ammoniakemissiearme stalbeleid. Het beleid richtte zich op varkens en pluimvee vanaf 2004 met de AEA-lijst en later kwam daar rundvee bij met de PAS-lijst sinds 2014. Dat zijn namelijk de vaakst voorkomende landbouwdieren in Vlaanderen.
Sinds maart 2023 is de AEA-lijst voor rundvee en voor alle andere diercategorieën dan varkens en pluimvee opengesteld. Zo kunnen nu alle ammoniakemissiearme maatregelen voor alle diercategorieën op de lijst terechtkomen.
Instanties die een maatregel hebben voor de genoemde diercategorieën uit de vraag, kunnen hiervoor nu ook met een aanvraag terecht bij het AT.