Wat zijn terugverdienpraktijken?
Vanggewassen, wintergranen als volgteelt of afvoer van oogstresten. Het zijn maar enkele voorbeelden van terugverdienpraktijken waarmee u (een deel van) de
bemestingsreductie ongedaan kunt maken.
Sinds het Mestdecreet gewijzigd werd in december 2024, is de bemestingsreductie voor gebieden met een slechte waterkwaliteit (gebiedstype 2 en 3) uitgebreid naar gebiedstype 1. Hieronder vindt u de bemestingsreductie per hoofdteelt en gebiedstype terug. DIt is al van toepassing in 2025.
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten | Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Gebiedstype 1
| - 0% | - 5% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 20% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 30% |
De reducties kunnen gedeeltelijk of volledig teruggewonnen worden met een duurzame praktijk of terugverdientechniek. Op deze pagina vindt u meer info over hoe u een techniek moet aangeven en hoeveel reductie u ermee terugwint.
Hoe geef ik een terugverdienpraktijk aan?
Eenmaal u een terugverdientechniek gekozen hebt, vult u de code van de praktijk in op de verzamelaanvraag bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De uiterste indiendatum van de verzamelaanvraag is 30 april. U kunt aan de hoofdteelt wel nog wijzigingen doorgeven tot en met 30 juni. De nateelt en de code voor de duurzame techniek kunt u wijzigen tot en met 31 oktober.
De codes van iedere terugverdienpraktijk worden zo snel mogelijk aangevuld op deze webpagina.
Let wel: u zult per perceel een techniek moeten invullen om de reductie geheel of gedeeltelijk terug te verdienen. Daarmee verklaart u zich akkoord met de voorwaarden van de techniek. Voor nateelten kan er eventueel nog overgeschakeld worden op een andere soort (bijvoorbeeld wintergraan in plaats van vanggewassen). Maar bepaalde technieken (bijvoorbeeld onbeteelde stroken) moeten in het voorjaar aangelegd worden.
Uit welke terugverdienpraktijken kan ik kiezen?
U kunt uit de volgende terugverdienpraktijken kiezen:
Let wel: deze lijst van duurzame praktijken (uitgezonderd: vanggewassen) is nog onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering.
Vanggewassen
Vanggewassen doen wat ze zeggen: ze 'vangen' stikstof op die na de oogst in de bodem is achtergebleven en houden die vast tot ze door mineralisatie opnieuw nuttig zijn voor een volgende teelt. Zo voorkomen we dat stikstof in het water terechtkomt.
De lijst met vanggewassen is intussen uitgebreid met winterharde vlinderbloemige vanggewassen (zoals rode klaver) en bepaalde mengsels bestaande uit minstens 75% vanggewassen.
Vanggewassen moeten altijd een periode aangehouden worden om voldoende te ontwikkelen. Dat is tot en met 15 oktober op zware kleigronden , 30 november op percelen in de leemstreek en 31 januari op de overige percelen.
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten | Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Vanggewas ingezaaid t.e.m.
15/9 | Vanggewas ingezaaid t.e.m.
15/10 | Zonder techniek | Vanggewas ingezaaid t.e.m.
15/9 | Vanggewas ingezaaid t.e.m.
15/10 |
Gebiedstype 1
| - 0% | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% | - 5% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 5% | - 20% | - 10% | - 20% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 5% | - 15% | - 30% | - 20% | - 30% |
Onderzaai van een vanggewas bij mais
Is uw hoofdteelt mais? Dan kunt u kiezen om een vanggewas in te zaaien (zoals gras). Na de oogst van de mais moet het vanggewas een bepaalde periode blijven staan om de resterende hoeveelheid stikstof op te nemen (voor de data: zie vanggewassen).
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Zonder techniek | Onderzaai van een vanggewas bij mais |
Gebiedstype 1 | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 20% | - 15% |
Gebiedstype 3 | - 30% | - 25%
|
Wintergraan als nateelt
Wintergranen verbeteren de bodemstructuur, ze voorkomen uitspoeling van nutriënten en gaan erosie en onkruid tegen. Met wintergerst als nateelt hebt u het voordeel dat dit nog geoogst kan worden als veevoeder of als graan. Opgelet: de wintergranen moeten aangehouden worden als hoofteelt in het volgende jaar.
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten
| Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/10 | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/11 | Zonder techniek | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/10 | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/11 |
Gebiedstype 1
| - 0% | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% | - 5% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 5% | - 20% | - 10% | - 20% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 5% | - 15% | - 30% | - 20% | - 30% |
Tussenvanggewas gevolgd door wintergranen
Met een volgteelt wintergranen na vanggewassen wordt bedoeld: na de hoofdteelt wordt een vanggewas ingezaaid dat in hetzelfde jaar nog gevolgd wordt door wintergranen. Dat wil zeggen dat er tussen de oogst van de hoofdteelt nog een vanggewas volgt dat u minstens twee maanden aanhoudt, vooraleer wintergranen in het najaar te zaaien. Opgelet: de wintergranen moeten aangehouden worden als hoofteelt in het volgende jaar.
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten | Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Volgteelt ingezaaid uiterlijk
15/10 | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/11 | Zonder techniek | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/10 | Wintergranen ingezaaid uiterlijk
15/11 |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 5% | - 20% | - 0% | - 15% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 0% | - 10% | - 30% | - 15% | - 25% |
Winterkoolzaad als nateelt
Met een volgteelt winterkoolzaad wordt bedoeld dat na de oogst van de hoofdteelt winterkoolzaal ingezaaid wordt. Het winterkoolzaad moet uiterlijk 15 september ingezaaid worden en aangehouden blijven als hoofdteelt in het volgende jaar.
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten
| Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder
techniek | Winterkoolzaad uiterlijk
15/9 | Zonder techniek | Winterkoolzaad uiterlijk
15/9 |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 20% | - 5% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 0% | - 30% | - 15% |
Inzaai van 15% onbeteelde stroken
Dit zijn werkgangen of wendakkers waarop een vanggewas ingezaaid wordt zodra de hoofdteelt ingezaaid of geplant wordt; goed voor minstens 15% van de totale perceelsoppervlakte. Na de gedeeltelijke of gehele oogst van de hoofdteelt wordt uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid. Als het vanggewas beschadigd is, moet het heringezaaid worden. Bemesting op deze stroken en op de hoofdteelt is enkel toegelaten met kunstmest (via band-, druppel- of rijbemesting).
De vanggewassen mogen na de oogst gemaaid en afgevoerd worden.
Deze maatregel bestond destijds als equivalente maatregel.
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten
| Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Vanggewas op onbeteelde strook | Zonder techniek | Vanggewas op onbeteelde strook |
Gebiedstype 1
| - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 20% | - 15% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 10% | - 30% | - 25% |
Afvoer van oogstresten
Na de oogst blijven er oogstresten achter op het perceel. Doorgaans worden die ingewerkt, maar u kunt er ook voor kiezen om die tegen een kostprijs te laten afvoeren naar een composteringsinstallatie, op het eigen bedrijf te composteren of als veevoeder te gebruiken. Deze techniek is mogelijk voor de teeltgroepen 4, 3 en 2 en combinatieteelten.
- Teeltgroep 4: doperwten, rode kool, bloemkool, spruitkool of broccoli
- Teeltgroep 3: suikerbieten, courgette, savooikool of witte kool
- Teeltgroep 2: aardbeien, ijsbergsla, prei, koolrabi, Chinese kool, voederbieten, stamslaboon, bladselder, bleekselder, rode biet of knolselder
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten | Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 4 | Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 4 |
Gebiedstype 1
| - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 20% | - 10% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 5% | - 30% | - 20% |
Niet-nitraatgevoelige teelten
| Nitraatgevoelige teelten |
Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 3 | Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 3 |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% | - 20% | - 15% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 10% | - 30% | - 25% |
Zoals u kunt zien in de onderstaande tabel, is er geen reductie als u oogstresten van teeltgroep 2 afvoert bij nitraatgevoelige hoofdteelten.
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten | Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 2 | Zonder techniek | Afvoer oogstresten teeltgroep 2 |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 5% | - 5% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 5% | - 20% | - 20% |
Gebiedstype 3 | - 20% | - 15% | - 30% | - 30% |
Onderwerken van stro
Het onderwerken van stro is een goede optie om de koolstof in uw bodem te verhogen. Dit kunt u toepassen als de hoofteelt wintertarwe, triticale, wintergerst of andere granen zijn. Het onderwerken moet gebeuren ten laatste 14 dagen na de graanoogst.
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Zonder techniek | Onderwerken van stro uiterlijk 14 dagen na oogst van het graan |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 0% |
Gebiedstype 3
| - 20% | - 10% |
Doorgroeien van oogstresten
Het laten doorgroeien van oogstresten kan gebruikt worden voor bloemkool, rode kool, savooikool en witte kool. Het komt erop neer dat u de kool oogst maar de plant vervolgens laat staan en zo weinig mogelijk beschadigt. De plant kan doorgroeien tot en met 31 januari om nutriënten vast te houden en op te nemen. Opgelet: het reductiepercentage van bloemkool en rode kool ligt iets hoger dan voor savooikool en witte kool.
Zonder techniek | Doorgroei oogstresten bloemkool/rode kool | Doorgroei oogstresten savooikool / witte kool |
Gebiedstype 1 | - 5% | - 0% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 20% | - 5% | - 10% |
Gebiedstype 3 | - 30% | - 15% | - 20%
|
Bijbemesting na basisbemesting van 70% (wordt nog uitgewerkt)
Deze techniek kan op dit moment nog niet gebruikt worden. Een aantal voorwaarden zullen binnenkort nog verder uitgewerkt worden.
Deze techniek houdt in dat u een basisbemesting geeft in het voorjaar van maximaal 70% werkzame stikstof. In de loop van het seizoen neemt u een bodemstaal met bijbemestingsadvies. Op basis daarvan kunt u ten vroegste 14 dagen na het inzaaien eventueel nog gefractioneerd bijbemesten, als uit het advies blijkt dat dat nodig is. Deze techniek is mogelijk voor alle teelten behalve op grasland.
|
Reductie van de werkzame norm stikstof |
---|
Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten
| Nitraatgevoelige hoofdteelten |
Zonder techniek | Bijbemesting na basisbemesting van 70% | Zonder techniek | Bijbemesting na basisbemesting van 70% |
Gebiedstype 1 | - 0% | - 0% | - 5% | - 0% |
Gebiedstype 2 | - 10% | - 5% | - 20% | - 10% |
Gebiedstype 3
| - 20% | - 15% | - 30% | - 20% |