Alles wat er te weten valt over het nitraatresidu wordt gebundeld in een gedetailleerde
fiche nitraatresidu. In die fiche wordt uitgebreid ingegaan op de volgende items:
Wat is het nitraatresidu?
Als te veel nitraat achterblijft in de bodem, op een moment dat er geen gewas meer is of een eventueel aanwezig gewas onvoldoende van dat nitraat kan opnemen, spoelt het nitraat door naar het grond- en oppervlaktewater. Om te kunnen inschatten of er te veel nitraat in de bodem is achtergebleven, wordt bij bepaalde bedrijven op een of meerdere percelen het nitraatresidu gemeten in de periode van 1 oktober tot 15 november.
Aanleiding voor een nitraatresidubepaling
Voor een algemene opvolging selecteert de Mestbank percelen waarvan ze op haar initiatief en kosten het nitraatresidu laat bepalen (controlestalen).
Soms moet u in eigen opdracht en op eigen kosten het nitraatresidu laten bepalen. Dat is zo:
- als het voorgaande jaar, bij een perceels- of bedrijfsevaluatie van het nitraatresidu, een overschrijding werd vastgesteld;
- als u een
vrijstelling hebt;
- als u een vrijstelling of equivalente maatregel ‘Niet-nitraatgevoelige hoofdteelten op 80% van het bouwland’ aangevraagd hebt;
- als er een perceelsevaluatie of bedrijfsevaluatie opgelegd werd na een bedrijfsdoorlichting.
Beoordeling van het nitraatresidu
Als het nitraatresidu slechts op één perceel van een bedrijf bepaald wordt, heet dat een
perceelsevaluatie. Gebeurt dat op meerdere percelen, dan spreekt men van een
bedrijfsevaluatie. Elk evaluatietype heeft zijn eigen beoordelingskader:
- Bij een perceelsevaluatie wordt nagegaan of er een overschrijding is boven de eerste of tweede drempelwaarde.
- Bij een bedrijfsevaluatie wordt het gewogen gemiddelde nitraatresidu geëvalueerd.
De drempelwaarden worden bepaald door het gebiedstype waarin uw percelen gelegen zijn: de drempelwaarden voor percelen in gebiedstype 2 en 3 zijn lager dan voor percelen in gebiedstype 0 en 1.
Het resultaat van de beoordeling van de nitraatresidubepalingen op uw bedrijf, vindt u terug op uw Mestbankloket > Staalnames > Bodem > Nitraatresidu.
Wat bij een negatieve perceelsevaluatie?
Een perceel krijgt een negatieve beoordeling vanaf een overschrijding boven de eerste drempelwaarde.
Een negatieve perceelsevaluatie leidt op zich niet direct tot maatregelen. Om te evalueren of de overschrijding op dat ene perceel wijst op een verhoogd risico op nitraatuitspoeling op het bedrijf, moet u het jaar nadien op eigen kosten het nitraatresidu laten bepalen, door een perceelsevaluatie of bedrijfsevaluatie:
- Als op een perceel in gebiedstype 0 een eerste keer een overschrijding tussen de eerste en tweede drempelwaarde gemeten wordt, moet het jaar nadien een
perceelsevaluatie uitgevoerd worden.
- In alle
andere gevallen, leidt een overschrijding tot een
bedrijfsevaluatie het jaar erna. Ook als de perceelsevaluatie uitgevoerd moest worden omwille van de opvolging van een verkregen
vrijstelling, leidt een overschrijding altijd tot een bedrijfsevaluatie het jaar nadien, ongeacht het gebiedstype waarin het perceel ligt.
Wat bij een negatieve bedrijfsevaluatie?
Een bedrijfsevaluatie is negatief, zodra het gewogen gemiddelde nitraatresidu de eerste gewogen gemiddelde drempelwaarde overschrijdt.
Bij een negatieve bedrijfsevaluatie, moet u het jaar nadien
sowieso opnieuw een bedrijfsevaluatie uitvoeren. Daarnaast moet u ook een
bemestingsplan enteeltfiches bijhouden.
Een bedrijfsevaluatie die uitgevoerd wordt in het kader van een vrijstelling, wordt altijd beoordeeld ten opzichte van de strengste drempelwaarden. Voor alle percelen, ongeacht in welk gebiedstype ze liggen, worden dus de drempelwaarden van gebiedstype 2 of 3 gebruikt voor het bepalen van de gewogen gemiddelde eerste drempelwaarde. Als bij de bedrijfsevaluatie die gewogen gemiddelde eerste drempelwaarde wordt overschreden, krijgt u geen vrijstelling of wordt een bestaande vrijstelling ingetrokken.
Nitraatresidudrempelwaarden
De drempelwaarden van een perceel zijn afhankelijk van de verbouwde teelt (het teelttype), het bodemtype van het perceel en het gebiedstype waarin het perceel ligt. De drempelwaarden zijn lager voor percelen in gebiedstype 2 en 3 dan voor percelen gelegen in gebiedstype 0 en 1.
Drempel- waarde 1
|
Drempel- waarde 2 |
Drempel- waarde 1 |
Drempel- waarde 2
|
Gras | Zand en Niet-zand | 60 | 170 | 80 | 200 |
---|
Maïs | Zand | 65 | 130 | 80 | 160 |
---|
Niet-zand | 75 | 150 | 85 | 170 |
Granen | Zand | 65 | 145 | 80 | 180 |
Niet-zand | 75 | 165 | 80 | 180 |
Aardappelen | Zand en Niet-zand | 85 | 155 | 90 | 165 |
Specifieke teelten | Zand en Niet-zand
| 85 | 190 | 90 | 200 |
Bieten | Zand | 60 | 135 | 80 | 180 |
Niet-zand | 70 | 155 | 80 | 180 |
Overige teelten | Zand | 65 | 135 | 80 | 180 |
Niet-zand | 75 | 155 | 80 | 180 |