De berekening gebeurt in drie stappen:
- gemiddeld 0 % niet-bewezen mestafzet de laatste 3 jaren:
geen reductie
→ 15 000 NER-D
- reductie van 25 %:
15 000 NER-D – (15 000 x 0,25) = 11 250 NER-D
- de laatste 3 jaren werd gemiddeld 40 % niet ingevuld:
15 000 NER-D x 0,4 = 6 000 NER-D = niet-ingevulde NER-D.
→ 15 000 NER-D – 6 000 NER-D = 9 000 NER-D maximaal over te dragen op basis van niet ingevulde NER-D. Deze 9 000 NER-D worden vergeleken met het aantal over te dragen NER-D na reductie op basis van niet-bewezen mestafzet en 25 %.
→ 11 250 NER-D (zie punt 2) > 9 000 NER-D (niet-ingevulde): reductie op basis van niet-ingevulde NER-D omdat het aantal niet-ingevulde NER-D lager is dan het aantal over te dragen NER-D na reductie op basis van niet-bewezen mestafzet en 25 %.
Resultaat: overname van 9 000 NER-D. De overlater beschikt nog over 5 000 NER-DR.