Deze webpagina's worden binnenkort aangepast aan het gewijzigde Mestdecreet van 18 december 2024. De algemene uitrijregeling uit MAP 6 blijft behouden, maar er zijn een aantal wijzigingen:
- Voor maïs en late aardappelen zonder voorteelt mag er pas bemest worden vanaf 16 maart 2025. Dit geldt enkel voor meststoffen van type 2 en 3. Type 1 mag al vroeger, vanaf 16 januari.
- Effluent: bij de start van de uitrijregeling wijzigt er nog niets, behalve de verplichting om AGR-GPS te gebruiken. Vanaf 1 september 2025 komt er een overgangsbepaling voor het uitrijden van effluent. Vanaf 2026 mag effluent niet meer opgebracht worden na 31 augustus, behalve op kleigronden. Met AGR-GPS wordt steeds bedoeld: ofwel via een erkend mestvoerder, ofwel via de AGR-GPS-app die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld burenregelingen.
- Op bio-percelen zijn er extra mogelijkheden om al vroeger te bemesten vanaf 16 januari en na 31 augustus.
- Van 1 november tot en met 15 januari mogen type 1 meststoffen worden aangebracht op een perceel met fruitbomen, en dit plaatselijk rond de stam van fruitbomen. Dit is een praktijk die wordt toegepast ter bescherming van de bomen tegen vorst. Deze uitzondering bestond al in MAP6 en blijft behouden, maar de verplichte melding wordt geschrapt.
De uitrijtool zal binnenkort worden aangepast aan deze regels. Afhankelijk van de weersomstandigheden en op voorwaarde van een beoordeling door een adviescomité, kan er beslist worden om maximaal 14 dagen af te wijken van de bemestingsdata.
Ook de definitie van stalmest zal worden aangepast en verduidelijkt.
Vanaf 2026 mag er in het najaar (na 31/8) geen effluent meer uitgereden worden. 2025 wordt gezien als overgangsjaar om de mestverwerkers in staat te stellen de nodige opslagcapaciteiten te voorzien. Daarom is het in 2025 nog toegelaten om effluenten op te brengen in de periode van 16 januari tot men met 15 februari, en van 1 september tot 15 oktober, op voorwaarde dat aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. Die voorwaarden hebben betrekking op de aanwezigheid of inzaai van een gewas, een dosisbeperking en opvolging met AGR-GPS. |
Inleiding
Meststoffen met gelijkaardige eigenschappen op vlak van stikstofvrijstelling, hebben dezelfde uitrijregeling. Het type meststof bepaalt m.a.w. in welke periode de meststof mag opgebracht worden en onder welke voorwaarden. De meststoffen zijn opgedeeld in drie types:
-
meststoffen van type 1: stalmest, champost en traagwerkende meststoffen
- stalmest: een mengsel van stro en uitwerpselen van runderen, paarden, schapen, geiten of varkens, met een drogestofgehalte van minimaal 20 procent. De vaste mest in het mengsel moet afkomstig zijn van dieren die zijn gehuisvest in ingestrooide stallen of van het bewerken van dierlijke mest met stro. Mengsels met uitwerpselen van pluimvee worden niet beschouwd als stalmest.
- champost: afgeoogste champignonmest, die overblijft na het telen van champignons.
- traagwerkende meststoffen:
boerderijcompost, gecertificeerde gft- en groencompost of
bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen met een attest als traagwerkende meststof.
-
meststoffen van type 2: alle meststoffen die niet tot type 1 of 3 behoren
-
meststoffen van type 3: kunstmest, spuistroom en effluent
- kunstmest
- spuistroom: drainwater dat niet hergebruikt wordt als voedingswater, afkomstig van de teelt van planten op groeimedium
- effluent: een meststof, ontstaan uit de biologische behandeling van dierlijke of andere meststoffen door middel van nitrificatie of denitrificatie, met uitzondering van het ontstane slib van de biologische verwerking.
De uitrijperiode is voor bepaalde types meststoffen daarnaast afhankelijk van:
Schematisch overzicht
Uitrijtool
Als u de uitrijtool gebruikt, krijgt u na het beantwoorden van enkele vragen een persoonlijke uitrijkalender te zien. Daarop staat wanneer u mest mag uitrijden en onder welke voorwaarden. Bemesting na de oogst is niet in alle situaties toegelaten en vaak kan er nog maar een beperkte hoeveelheid opgebracht worden.
Klik hier om de uitrijtool te gebruiken.
Overige verbodsbepalingen
Het is
verboden om dierlijke mest, andere meststoffen of kunstmest te spreiden:
- op alle zondagen en
feestdagen, met uitzondering van kunstmest;
- vóór zonsopgang en na zonsondergang;
- op drassig, overstroomd, bevroren of besneeuwd land;
- tot 5 meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van een
waterloop van eerste, tweede en derde categorie; die afstand bedraagt 10 meter vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop die gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk, of als de waterloop grenst aan een helling.
Opslag van meststoffen op landbouwgrond
U mag alleen meststoffen van type 1 (stalmest, champost en traagwerkende meststoffen) opslaan op landbouwgrond voor ze gespreid worden. Meststoffen van type 2 en 3 mag u niet opslaan op de kopakker.
Traagwerkende meststoffen zijn:
- gecertificeerde gft-en groencompost
- boerderijcompost
- bewerkte dierlijke mest en andere meststoffen, waarbij de stikstof slechts gedeeltelijk vrijkomt in het jaar van opbrenging.
Bij het opslaan van type 1 meststoffen op landbouwgrond, houdt u rekening met de volgende regels:
- Er mag niet meer mest worden opgeslagen op het perceel dan er zal worden gespreid.
- De afstand tot de perceelsgrens en het oppervlaktewater bedraagt minstens 10 meter. Bij regen voorkomt dit afvloei van mestsappen buiten uw perceel. Let vooral bij hellende percelen op, aangezien u in alle omstandigheden verantwoordelijk bent om te voorkomen dat mestsappen afvloeien buiten uw perceel ook al heeft u de afstandsregel gerespecteerd.
- De afstand tot woningen van derden bedraagt minstens 100 meter. Dat minimaliseert de geurhinder.
De opslag van type 1 meststoffen mag het hele jaar door. In de periode van 1 november t.e.m. 15 januari, moet u de opslag afdekken op een luchtdoorlatende, semipermeabele wijze. Zo verhindert u dat er regenwater insijpelt. Die voorwaarde geldt niet voor de opslag van gecertificeerde gft- en groencompost en boerderijcompost.
Als de opslag niet is afgedekt, mag de opslag van type 1 meststoffen maximaal gedurende twee maanden voor het spreiden en is de opslag in de periode van 1 november t.e.m. 15 januari verboden.