Wat houdt de debietmeterplicht in?
Verwerkings- en bewerkingseenheden die te maken hebben met vloeibare stromen, moeten debietmeters installeren. Ze moeten dat doen tegen 1 januari 2022. Die verplichting vloeit voort uit het door MAP 6 aangepaste artikel 24 § 3 van het Mestdecreet. De nieuwe debietmeterplicht is belangrijk om de waterkwaliteit goed te krijgen, want alleen als alle installaties voorzien zijn van voldoende debietmeters, kan de Mestbank een waarheidsgetrouw beeld krijgen van de nutriëntenstromen en een halt toeroepen aan fraude.
Vrijdag 26 februari 2021 is het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) over debietmeters definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering:
.De debietmeters moeten worden geïnstalleerd bij alle installaties met vloeibare stromen.
De automatische en onmiddellijke verzending moet gebeuren op digitale wijze, via het internet. Daarbij maakt het niet uit of de debietmeters dat zelf doen, via een directe verbinding met het internet, of dat op de debietmeters een intern systeem wordt aangesloten dat voor de onmiddellijke en automatische verzending zorgt.
Waar moet u debietmeters laten installeren?
Op elke bewerkings- of verwerkingseenheid moet een debietmeter worden geplaatst op elk aanvoer- of afvoerpunt van vloeibare meststromen.
Ook moet een debietmeter worden geplaatst, op elke relevante interne overgang binnen de bewerkings- of verwerkingseenheid. Relevante interne overgangen, zijn interne overgangen die de goede werking van de bewerkings- of verwerkingseenheid staven. Die worden bepaald in overleg tussen de betrokken uitbater en de Mestbank.
Schematische weergave van de stromen waarop een debietmeter moet geplaatst worden
voorbeeldschema biologische verwerkingsinstallatie
voorbeeldschema vergister
Bezorg uw plan ter goedkeuring aan de Mestbank
Voordat u de debietmeters plaatst, legt u een plan ter goedkeuring voor aan de Mestbank.
Inhoud van het plan
We vragen u om de gegevens over de aangegeven overgangen op het plan door te geven via de tabel infrastructuurplan. Bekijk hier een voorbeeld van een ingevulde tabel infrastructuurplan.
Algemene aandachtspunten bij de opmaak van het plan
- Duid (alle) retourstromen aan op het infrastructuurplan.
- Geef mee of er een luchtwasser is. Zo ja, geef mee wat er met het spuiwater gebeurt.
- Is er een laad- en of losstation? Vermeld dat duidelijk en stuur foto's van het station mee, zodat er een correcte inschatting kan gemaakt worden over hoeveel en waar er debietmeters geplaatst moeten worden.
Dien uw plan tijdig in
De VLM zal uw plan beoordelen en u binnen de 30 dagen feedback geven.
Dien uw plan tijdig in zodat u voldoende tijd hebt om de nodige aanpassingen aan uw installatie te doen tegen 1 januari 2022.
Stuur uw plan via e-mail naar de Mestbank in uw regio:
- West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen:
- mestverwerking.west@vlm.be
-
T 02 543 76 29: kies 5 in het menu
- Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg:
Aan welke voorwaarden moeten de debietmeters voldoen?
Externe debietmeters
De debietmeters moeten het start- en eindmoment van de meting, de debietmeterstand bij die momenten en het unieke identificatienummer kunnen registreren bij elke weging. De Mestbank zal een identificatienummer toekennen aan elke debietmeter.
De debietmeters moeten ook de gegevens van de metingen automatisch en onmiddellijk kunnen verzenden naar het internetloket van de Mestbank. Als het een meting is die betrekking heeft op een aan- of afvoer met een transportdocument, moet ook het nummer van dat transportdocument geregistreerd worden en samen met de andere gegevens verzonden worden naar de Mestbank. De debietmeters moeten ook beschikken over een meldingsfunctie waarbij een automatische melding naar de Mestbank verstuurd wordt op het moment dat de debietmeter afstaat of niet correct werkt.
Interne debietmeters
Debietmeters die al zijn geïnstalleerd op de interne overgangen binnen de bewerkings- of verwerkingsinstallatie, moeten niet in staat zijn om de gegevens onmiddellijk en automatisch te versturen naar de Mestbank. Die gegevens moeten wel op elk moment raadpleegbaar zijn door de Mestbank.
De debietmeters moeten ook beschikken over een meldingsfunctie waarbij een automatische melding naar de Mestbank verstuurd wordt op het moment dat de debietmeter afstaat of niet correct werkt.
Hoe zal het centrale systeem of de debietmeter communiceren met de VLM?
De gegevens van de debietmeter moeten doorgestuurd worden in m³ en de gegevens van de weegbrug in ton.
Het is belangrijk dat een registratie voldoet aan de volgende regels:
- De API-key moet gekend zijn in combinatie met het opgegeven uitbaternummer.
- Er moet een
uniek overgangsnummer opgegeven worden, dat bij de VLM geregistreerd is als horende bij een uitbating waartoe de API-key rechten heeft om te registreren voor de opgegeven uitbater. Als het nummer niet bestaat of als de toegangsrechten niet in orde zijn, verschijnt de foutmelding 'niet gevonden'. De registratie wordt niet aanvaard.
- Als een registratie uitgevoerd wordt voor een overgang van het type aan- of afvoer, moet aangegeven worden of het gaat om een burenregeling, mestafzetdocument (MAD) of overdracht.
- Een overdracht kan enkel gebruikt worden bij een overgang waar dat aangegeven en toegestaan werd op het infrasstructuurplan.
- Het MAD-document moet een gekend en geldig document zijn voor het moment waarop gemeten werd. Het moet betrekking hebben op de uitbater waarvoor geregistreerd wordt.
- Het nummer voor de burenregeling moet gekend zijn. Het moet om een geldige burenregeling gaan: de meting moet vallen binnen de geldigheidsperiode en de uitbater moet betrokken partij zijn bij de burenregeling.
- Als het om een overdracht gaat, is een nummer niet verplicht. Enkel de vermelding van het type vervoersdocument (code 3), samen met de mestcode van toepassing, is voldoende.
- Als het vervoersdocument aanbieder en/of afnemer vermeldt:
- Bij registratie van een meting van een debietmeter op een overgang van het type aanvoer moet de afnemer/losplaats op het vervoersdocument de uitbater of uitbating zijn waarvoor de registratie gebeurt.
- Bij registratie van een meting van een debietmeter op een overgang van het type afvoer moet de aanbieder/laadplaats op het vervoersdocument de uitbater of uitbating zijn waarvoor de registratie gebeurt.
- De mestcode, gekoppeld aan het vervoersdocument, moet een van de mestcodes zijn die in het infrastructuurplan vermeld werden bij de respectievelijke overgang waarvoor een registratie gebeurt.
- De
overgang moet
actief zijn. Met andere woorden, de overgang moet deel uitmaken van een actief infrastructuurlplan.
- De overgang moet een
actieve, geregistreerde, digitalemeter hebben.
- Bij overgangen waar een debietmeter gebruikt wordt als meter:
beginstand moet kleiner zijn dan eindstand.
- Bij overgangen waar een weegbrug gebruikt wordt:
beginstand moet groter zijn dan eindstand. (weegbruggen mogen enkel bij aanvoer gebruikt worden).
- Begintijdstip van een meting moet kleiner zijn dan het eindtijdstip.
- Het eindtijdstip van de meting mag niet in de toekomst liggen.
Wat u moet weten over de API-key
- De API-key is strikt persoonlijk en bestaat uit 10 karakters. Het is een combinatie van tekens die uw account identificeert.
- Als u een volmacht hebt, geldt uw API-key voor alle bedrijven waarvoor u persoonlijk een volmacht hebt.
Bijvoorbeeld: u hebt voor 3 bedrijven een volmacht. U maakt 1 API-key aan voor uw natuurlijke persoon. Die API key geldt dan voor de 3 bedrijven. - U hebt een API-key nodig voor de acceptatieomgeving en een voor de productieomgeving.
- De API-key is geldig voor alle services van het Mestbankloket.
- U kunt een bestaande API-key niet opnieuw oproepen. Bewaar hem dus zorgvuldig op een veilige manier.
- U kunt een nieuwe API-key aanmaken door opnieuw op het slotje te drukken. Dan vervalt de vorige API-key onmiddellijk.
Overzicht foutmeldingen
Bekijk hier hetoverzicht van alle foutmeldingen die op een debietmeter kunnen voorkomen.
Kunnen bestaande weegbruggen nog gebruikt worden?
Er is een mogelijkheid om beperkt af te wijken van het gebruik van debietmeters. Zo kan, na goedkeuring door de Mestbank, voor het wegen van de aanvoer van ruwe dierlijke mest, een al bestaande weegbrug worden gebruikt, op voorwaarde dat de weegbrug op de mestverwerkingsinstallatie in gebruik werd genomen voor 1 januari 2020. Bovendien moet de weegbrug in staat zijn om de gegevens van de metingen op dezelfde manier door te sturen als de debietmeters. Verder moet een debietmeter geplaatst zijn tussen de opslag van de ruwe mest en de verwerkingsunit, en moet de ruwe dierlijke mest aangevoerd worden met een transport dat wordt opgevolgd via een AGR-GPS systeem.