Wat is het nitraatresidu?
Als te veel nitraat achterblijft in de bodem, op een moment dat er geen gewas meer is of een gewas dat onvoldoende nitraat opneemt, spoelt het nitraat uit naar het grond- en oppervlaktewater.
Om te weten of er te veel nitraat in de bodem is achtergebleven, wordt het nitraatresidu gemeten. Dat gebeurt traditioneel in de periode van 1 oktober tot 15 november. Maar door de klimaatverandering, en dan vooral de hogere temperaturen, groeien de gewassen langer dan vroeger. Ze nemen dus ook langer stikstof op dan vroeger. Daarom wordt vanaf 2026 de staalnameperiode verlengd tot 30 november.
Wie moet het nitraatresidu laten bepalen?
Vroeger moest elke landbouwer met een overschrijding van het nitraatresidu, het jaar erna op eigen kosten een of meerdere nitraatresidubepalingen laten uitvoeren. Ook bedrijven die een vrijstelling hadden, moesten jaarlijks op minstens één perceel het nitraatresidu laten bepalen. Die 'standaard' nitraatresiduverplichting valt weg.
Vanaf 2025 worden er
alleen nog doelgerichte bedrijfsevaluaties uitgevoerd. Met bedrijfsevaluatie wordt bedoeld: het nemen van stalen op verschillende percelen van hetzelfde bedrijf. De Mestbank duidt, op basis van een risicoanalyse, de bedrijven aan die zo'n evaluatie moeten laten uitvoeren. De bedrijven worden daarvan in september op de hoogte gebracht.
Nitraatresidudrempelwaarden
Om te bepalen of er te veel nitraat in de bodem achterblijft, zijn er drempelwaarden vastgelegd die niet overschreden mogen worden. Die drempelwaarden zijn afhankelijk van de teelt, het bodemtype van het perceel en het gebiedstype waarin het perceel ligt. De drempelwaarden zijn strenger in gebieden met een slechte waterkwaliteit (gebiedstype 2 en 3). Er wordt vanaf 2026 een nieuwe, nauwkeurige meetmethode gebruikt. Daardoor daalt de meetonzekerheid en kan de 2de drempelwaarde overal dalen.
Bij uitzonderlijke weersomstandigheden die impact hebben op het nitraatresidu, kan de 2de drempelwaarde verhoogd worden met een bepaalde factor ('factor X'). Volgens welke regels dat zal gebeuren, moet de Vlaamse Regering nog uitwerken. Ook voor de beoordeling van percelen met een hoog koolstofgehalte kan ze nog een specifieke regeling uitwerken.
Drempelwaarden in 2025
Drempel- waarde 1 |
Drempel- waarde 2 |
Drempel- waarde 1 |
Drempel- waarde 2 |
Gras | Zand en Niet-zand | 60 | 170 | 80
| 200 |
Maïs
| Zand | 65 | 130 | 80 | 160 |
Niet-zand | 75 | 150 | 85 | 170 |
Granen
| Zand | 65 | 145 | 80 | 180 |
Niet-zand | 75 | 165 | 80 | 180 |
Aardappelen | Zand en Niet-zand | 85 | 155 | 90 | 165 |
Specifieke teelten | Zand en Niet-zand | 85 | 190 | 90 | 200 |
Bieten
| Zand | 60 | 135 | 80 | 180 |
Niet-zand | 70 | 155 | 80 | 180 |
Overige teelten
| Zand | 65 | 135 | 80 | 180 |
Niet-zand | 75 | 155 | 80 | 180
|
Drempelwaarden vanaf 2026
Drempel- waarde 1 |
Drempel- waarde 2 |
Drempel- waarde 1 |
Drempel- waarde 2 |
Gras | Zand en Niet-zand | 60 | 85 | 80 | 115 |
Maïs | Zand | 65 | 95 | 80 | 115 |
Niet-zand | 75 | 105 | 85 | 120 |
Granen | Zand | 65 | 95 | 80 | 115 |
Niet-zand | 75 | 105 | 80 | 115 |
Aardappelen | Zand en Niet-zand | 85 | 120 | 90 | 130 |
Specifieke teelten | Zand en Niet-zand | 85 | 120 | 90 | 130 |
Bieten | Zand | 60 | 85 | 80 | 115 |
Niet-zand | 70 | 100 | 80 | 115 |
Overige teelten | Zand | 65 | 95 | 80 | 115 |
Niet-zand | 75 | 105 | 80 | 115 |
Beoordeling van het nitraatresidu
Bij een bedrijfsevaluatie wordt het gemiddelde nitraatresidu beoordeeld ten opzichte van de gemiddelde 1ste en 2de drempelwaarde. Meer informatie over hoe die gewogen gemiddelden berekend worden, vindt u in de
fiche nitraatresidu.
Het resultaat van de beoordeling van de nitraatresidubepalingen op uw bedrijf, vindt u terug op het
Mestbankloket, in de rubriek Staalnames > Bodem > Nitraatresidu. Eventuele opgelegde maatregelen kunt u raadplegen op het Mestbankloket, in de rubriek Controles > Maatregelen en sancties.
Wat bij een negatieve bedrijfsevaluatie?
Een bedrijfsevaluatie is negatief, zodra het gewogen gemiddelde nitraatresidu de eerste gewogen gemiddelde drempelwaarde overschrijdt.
Ligt de
overschrijding boven de 1ste drempelwaarde maar is ze wel nog lager dan de 2de drempelwaarde?
- Dan moet u het jaar nadien een
bemestingsplan en
teeltfiches bijhouden. - Als u in een periode van 5 jaar (te tellen vanaf de nitraatresiducampagne van 2024) voor de tweede keer een bedrijfsevaluatie tussen de 1ste en de 2de drempelwaarde hebt, dan zult u zich ook verplicht moeten laten begeleiden door een adviesinstantie.
Ligt de bedrijfsevaluatie
boven de 2de drempelwaarde? Of hebt u de bedrijfsevaluatie niet (volledig) laten uitvoeren?
- Dan moet u het jaar nadien een
bemestingsplan en
teeltfiches bijhouden. - U moet zich
verplicht laten begeleiden door een adviesinstantie. In 2025 kunt u hiervoor terecht bij de
erkende praktijkcentra. - U kunt de
bemestingsvermindering die geldt op percelen in gebiedstypes 1, 2 en 3
niet langer terugverdienen door het toepassen van goede bodem-, teelt- en bemestingspraktijken. Als in een bepaald jaar de 2de drempelwaarde verhoogd wordt omwille van de weersomstandigheden, dan geldt die maatregel alleen als uw bedrijfsevaluatie boven die verhoogde 2de drempelwaarde uitkomt.
De maatregelen blijven van toepassing voor 5 jaar of tot wanneer u een positieve bedrijfsevaluatie hebt.
Als u een bedrijfsevaluatie boven de 2de drempelwaarde hebt of voor de tweede maal een bedrijfsevaluatie tussen de 1ste en de 2de drempelwaarde, zal de Mestbank u binnen de 5 jaar opnieuw aanduiden voor een bedrijfsevaluatie. U kunt ook
zelf vrijwillig een bedrijfsevaluatie aanvragen. Dat kan elk jaar uiterlijk tot 31 mei via het Mestbankloket > Aanvragen> Overzicht. Als u zich bedenkt, kunt u een al ingediende aanvraag nog intrekken tot en met 31 mei. Na 31 mei, kunt u een ingediende aanvraag niet meer intrekken en moet u de bedrijfsevaluatie effectief uitvoeren.
Als u in een periode van 5 jaar (te tellen vanaf de nitraatresiducampagne van 2025) voor de tweede keer een bedrijfsevaluatie boven de -al dan niet door weersomstandigheden verhoogde- 2de drempelwaarde hebt of uw bedrijfsevaluatie niet (volledig) uitvoerde, krijgt u een geldboete van 250 euro per hectare. De geldboete geldt voor uw volledige areaal behalve voor de oppervlakte van de percelen die onder een nitraatresidutype valt dat bij de laatste bedrijfsevaluatie niet boven de 2de drempelwaarde uitkwam. Dat wil zeggen: niet alleen de oppervlakte van het perceel waarop het te hoge nitraatresidu gemeten werd maar ook voor alle andere percelen die tot diezelfde teeltgroep horen (ook als daar niet gemeten werd).
* Wordt de 2de drempelwaarde niet verhoogd met een factor X omwille van de weersomstandigheden, dan gelden deze maatregelen vanaf de 2de drempelwaarde.
Wat is een positieve bedrijfsevaluatie?
Om te evalueren of een bedrijfsevaluatie positief is, wordt die getoetst aan de strengste drempelwaarden. Voor alle percelen, ongeacht in welk gebiedstype ze liggen, worden de eerste drempelwaarde van gebiedstype 2 of 3 gebruikt. Een bedrijfsevaluatie is positief, zodra het gewogen gemiddelde nitraatresidu onder die gewogen gemiddelde strengste eerste drempelwaarde ligt.
Als de bedrijfsevaluatie positief is en u aan alle voorwaarden voldoet, vallen niet alleen de eventuele maatregelen weg, maar krijgt u bovendien een vrijstelling voor de gebiedsgerichte maatregelen 'reductie bemestingsnormen' en 'verplichting erkende mestvoerder'.
Wat met de perceelsevaluaties van 2024?
In 2024 werd op sommige bedrijven het nitraatresidu bepaald op slechts één perceel (de zogenaamde perceelsevaluatie). De perceelsevaluaties die in 2024 nog uitgevoerd werden, worden niet meer beoordeeld. Eventuele overschrijdingen hebben dus geen gevolgen meer.