Het recht van voorkoop water werd ingesteld om de doelstellingen van het integraal waterbeleid in Vlaanderen te helpen realiseren. Via het recht van voorkoop kunnen onroerende goederen verworven worden die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in twee soorten gebieden: in de zogenaamde «afgebakende oeverzones» of in de zogenaamde «overstromingsgebieden».
Het afbakenen van overstromingsgebieden draagt bij tot het bestrijden van wateroverlast via toepassing van het principe «ruimte voor water». De afbakening van oeverzones langs oppervlaktewaters leidt tot een meer natuurlijke werking van het watersysteem en draagt bij tot het beschermen tegen erosie of inspoeling van sedimenten, bestrijdingsmiddelen of meststoffen.
Wettelijke basis
- Het recht van voorkoop in het kader van water is geregeld in het decreet van 18 juli 2006 betreffende het integraal waterbeleid (B.S. 14-11-2003; Titel I: Doelstellingen, beginselen, organisatie, voorbereiding en opvolging van het integraal waterbeleid, art. 12 tot en met art. 16).
- De uitvoeringsbepalingen werden vastgelegd in een besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 2009.
Begunstigden
Onverminderd de bepalingen die andere rechtspersonen ter zake een recht tot voorkoop verlenen, heeft het Vlaamse Gewest een recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones die samenhangen met een waterweg behorende tot haar bevoegdheid. Dat recht van voorkoop is niet van toepassing op onroerende goederen van het openbaar of privaat domein van de federale overheid en van andere gemeenschappen en gewesten.
Als de oeverzone of het overstromingsgebied samenhangt met een waterweg behorende tot de bevoegdheid van Waterwegen en Zeekanaal, is Waterwegen en Zeekanaal de initiatiefnemer en de begunstigde voor het recht van voorkoop.
Als de oeverzone of het overstromingsgebied samenhangt met een waterweg behorende tot de bevoegdheid van De Scheepvaart, is De Scheepvaart de initiatiefnemer en de begunstigde voor het recht van voorkoop.
De Vlaamse Grondenbank heeft een recht van voorkoop bij verkoop van onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones die niet samenhangen met waterwegen.
Het waterbeheerplan vermeldt bij de afbakening van een oeverzone of overstromingsgebied de initiatiefnemer. De initiatiefnemer is de begunstigde in het geval de begunstigde een waterwegbeheerder is. Is de initiatiefnemer een waterloopbeheerder van onbevaarbare waterlopen dan is in dit geval de Vlaamse Grondenbank de begunstigde.
Toepassingsgebied
Het recht van voorkoop kan worden uitgeoefend vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het stroomgebiedbeheerplan, het bekkenbeheerplan of het deelbekkenbeheerplan waarin de oeverzone of het overstromingsgebied in kwestie wordt afgebakend.
Op 30 januari 2009 keurde de Vlaamse Regering het besluit voor de vaststelling van de bekkenbeheerplannen en de bijhorende deelbekkenbeheerplannen definitief goed (B.S. 5 maart 2009). In die eerste waterbeheerplannen werden 13 overstromingsgebieden en 2 oeverzones afgebakend die niet samenhangen met bevaarbare waterlopen en waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij en de gemeente Oosterzele als initiatiefnemer zijn aangeduid. Bijgevolg is voorlopig enkel de Vlaamse Landmaatschappij begunstigde van het recht van voorkoop water.
Opgelet: het voorkooprecht is enkel van toepassing als het perceel opgenomen is in het themabestand. Dat kan nagegaan worden via het e-voorkooploket.