Op 27 oktober 2016 organiseerde de Vlaamse Landmaatschappij een eerste dialoogdag dorpenbeleid. Doel van de dialoogdagen is om samen te verkennen hoe het Vlaams dorpenbeleid verder kan uitgetekend worden. De volgende twee dialoogdagen zullen plaatsvinden op 21 februari 2017 in het VAC in Leuven en de derde in september 2017 in het VAC te Hasselt.
Presentaties dialoogdag dorpenbeleid 27 oktober 2016
Hieronder vindt u de link naar de presentaties van de verschillende sprekers:
Dialoogsessies dorpenbeleid
De deelnemers van de dialoogdag dorpenbeleid namen deel aan verschillende dialoogsessies. Tijdens de dialoogsessies bespraken ze telkens de knelpunten en mogelijke oplossingen voor de thema’s dorpsontwikkeling door co-creatie, detailhandel in dorpen, bestuurlijke organisatie en dorpsontwikkeling en de inzet van actieve burgers om de leefbaarheid van dorpen te stimuleren. Tijdens elke dialoogsessie gaf een spreker een inleiding over het thema, waarna de deelnemers van de dialoogsessie aan de slag gingen.
Dialoogsessie 1 - Dorpsontwikkeling: kan dit nog zonder co-creatie met inwoners?
Koen Steuperaert, directeur, procesbeleider bij Kwadraet
Inzichten over co-creatie:
- Het is een goede methode om samen met mensen uitdagingen aan te pakken en veranderingen te realiseren.
- Co-creatie is niet bottom-up of top-down werken, maar de focus moet liggen op samenwerken.
- Het is belangrijk dat mensen de kans krijgen om te experimenten, dat de nodige ‘witruimte’ (kader waarbinnen co-creatie kan gebeuren en waarbinnen geëxperimenteerd kan worden) wordt gecreëerd. Daarvoor moeten voldoende tijd en middelen vrijgemaakt worden. Mensen die deelnemen moeten ook het mandaat en het vertrouwen krijgen om op die manier oplossingen te vinden.
Tips en bedenkingen over co-creatie:
- Lokale ambtenaren en politici hebben soms wat schrik voor co- creatie, en dan vooral voor die experimenteerruimte (zie eerder).
- Bij co-creatie mag de focus niet liggen op eigenbelang. Belangrijk is het ‘gedeeld eigenlijk belang’ met gemeenschappelijke doelen.
- Niet enkel het resultaat van co-creatie is belangrijk, maar ook het proces van co-creatie moet gevaloriseerd worden. Dus niet enkel focus op het resultaat, cijfers.
- Er moet gedurfd worden de legislaturen te overschrijden. Al te vaak is er druk van politici om zaken af te leveren aan het einde van een legislatuur.
- Overheden moeten durven intersectoraal te werken
Dialoogsessie 2 - Detailhandel in dorpen
Davy Postelmans, onderzoeker bij het Agentschap Ondernemen
Vestigingsbeleid:
- Vraag: in hoeverre is het in de toekomst mogelijk/wenselijk om alle diensten aan te bieden:
- dat is niet realistisch, dus moet selectief gebeuren → detailhandel stimuleren
- Anderzijds kan je:
- Tijdelijke initiatieven stimuleren (pop-up)
- Jongeren ondersteunen om iets op te starten
- Regierol bij Vlaamse overheid en lokale besturen in samenspraak
- E-commerce biedt kansen maar is ook bedreiging
Mogelijke oplossingen bij leegstaande gebouwen:
- Verplichte meldingsplicht,
- Biedt kansen voor nieuwe functies (pop-ups, jonge ondernemers)
- meer flexibiliteit in regelgeving: bvb: als nieuwbouw niet direct ingevuld wordt, die toch tijdelijk invullen als bvb handelszaak of café, die mensen bijeen brengt
Vermoinderde mobiliteit: hoe de winkel dichter bij de burger brengen?
- oplossingen zoals de buurtkar
- diensten meer bundelen
- koppelen van winkelaanbod, diensten en sociale ontmoeting
- buurtwinkel open op momenten dat grote winkels gesloten zijn?
Dialoogsessie 3 - Bestuurlijke organisatie en dorpsontwikkeling
Karel Lhermitte, adviseur plattelandsontwikkeling Landelijke Gilden
Hoe definieer je een dorp?
Een dorp bestaat wel fysisch, maar bestuurlijk niet echt. De lokale besturen van de gemeente richten zich naar verschillende dorpen binnen hun grenzen.
Wat heb je nodig om van een dorp te spreken? Een dorp bestaat uit mensen, voorzieningen en gebouwen. Daarnaast zijn er de zeer belangrijke krachten van nabijheid en diversiteit die zorgen voor een dorp.
Wat is nodig voor een dorpenbeleid?
Er is nood aan goed cijfermateriaal, ook op kleinere schaal dan de gemeente, dus op schaal van de dorpen. Je kan niet aan beleid doen als je niet op kleine schaal kan bekijken hoe een dorp evolueert.
Wat heb je nodig voor dorpsontwikkeling?
- Mensen die daaraan willen meewerken. Het vergt ook tijd (om met mensen te praten, in dialoog te gaan) om te ondervinden welke mensen willen meewerken aan dorpsontwikkeling.
- Een overheid die nadenkt waar het overheidsgeld best kan besteed worden.
- Wat willen mensen? Ontmoetingsplekken, want die maken een dorp wat het is.
→ mensen, voorzieningen en gebouwen moeten dus gekoppeld worden - Investeringen gebeuren best in gebieden waar de leefbaarheid van dorpen onder druk staat: waar m.a.w. de marktwerking geen voorzieningen meer ontwikkeld.
- Combinatie van verschillende functies op 1 plaats in het dorp is een interessante piste: ontmoetingsplek, postpunt, afhaalpunt voor bestelde goederen via internet, mobiliteitspunt,…
Dialoogsessie 4 : Leefbaarheid in dorpen en de actieve vrijwillige inzet van inwoners
Frank Nevens, geëngageerde inwoner van Herne
Quote van deelnemer workshop: “we leven in verzorgingsstaat maar zijn beetje in slaap gewiegd”
Frank nevens over ’verbondenheid en engagement’ in een dorp:
Daarvoor zijn enkele aspecten cruciaal:
- Het verhaal en de betekenis erachter
- Het potentieel engagement moet aanwezig zijn. De vraag is ook hoe je dat kan activeren,
- Eigenaarschap die door verschillende mensen wordt gedragen
In veel dorpen is er minder engagement (slaapdorpen):
Jonge gezinnen met kinderen hebben het druk, pendelen naar het werk bemoeilijkt avondlijke engagementen, niet iedereen kan langdurige engagementen op brengen,… Daardoor is de functie van dorpen om samen te komen en verbinden wat weggevallen.
Mensen zijn minder bezorgd om de toekomst van hun dorp. Veel zaken die een verbindende functie hadden (melkboer, wekelijkse markt, postbode) zijn weggevallen. Besturen evolueren in bepaalde gevallen niet mee, en hebben het soms moeilijk met enthousiaste bewoners die initiatieven willen starten. Dat wordt soms als een bedreiging gezien voor beleidsplannen.
Hoe kan het beleid daaraan bijdragen?
- Sociale elementen moeten meer meegenomen worden in Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke ordening kan een grote rol spelen bij verbinding, de openbare ruimte van een dorp moet meer bekeken worden als een verlengstuk van de woonkamer.
- Rol van het beleid: faciliteren van kleinschalige initiatieven, ter beschikking stellen van infrastructuur, subsidies. Dorpsontwikkeling moet op de lange termijn bekeken worden en resultaten moeten duurzaam zijn.
- Er moet meer contact zijn met de burger. De overheid weet soms te weinig wat er leeft
- Minder ingewikkelde regelgeving, bundeling van kennis (die nu versnipperd is). Er zijn veel mogelijkheden voor ondersteuning, maar informatie is soms moeilijk te vinden.
- De overheid moet vooral inspireren
- De overheid kan faciliteren maar uiteindelijk moet het initiatief wel bij de dorpen zelf liggen