Wie moet mest verwerken?
Er zijn alsmaar minder afzetmogelijkheden voor dierlijke mest. Zeker nu Vlaanderen als volledig kwetsbaar gebied is aangeduid, zal mestverwerking verder uitgebreid moeten worden.
Om de verwerkingsplicht realistisch en haalbaar te houden, wordt de te verwerken hoeveelheid gebaseerd op de omvang van het mestoverschot van de landbouwers en op de mestdruk (de hoeveelheid geproduceerde stikstof per hectare) van iedere regio.
Om rekening te houden met de schaalnadelen voor kleine familiale bedrijven is, wat de omvang betreft, deze verwerkingsplicht enkel van toepassing voor landbouwers met een te verwerken hoeveelheid stikstof van meer dan 5000 kg.
Gemeentelijke productiedruk per gemeente
Wat de mestdruk betreft, wordt de mestverwerkingsplicht opgelegd per gemeente. Alle gemeenten worden ingedeeld op basis van de nettoproductie van stikstof uit dierlijke mest en de afzetmogelijkheden van dierlijke mest.
Afhankelijk van die indeling moeten landbouwers een basispercentage van het forfaitaire netto stikstofoverschot verwerken.
Is de productiedruk in de gemeente:
- kleiner dan of gelijk aan 170 kg/ha: dan is het basispercentage 10 %;
- hoger dan 170 en lager of gelijk aan 340 kg/ha: dan is het basispercentage 20 %;
- hoger dan 340 kg/ha: dan is het basispercentage 30 %.
Voor landbouwers met exploitaties in gemeenten met een verschillende klasse van productiedruk, wordt een gewogen gemiddeld basispercentage berekend op basis van het aandeel van de nettoproductie in elke gemeente.
Daarenboven wordt het basispercentage nog vermeerderd met een verwerkingsplicht van 0,6 % per volle schijf van 1000 kg netto stikstofoverschot van de landbouwer.
Het te verwerken percentage is maximaal gelijk aan 60 % van het netto stikstofoverschot van de landbouwer.
Bekijk de lijst van de gemeentelijke productiedruk per gemeente, met het bijhorende basispercentage, die rekening houdt met de gemeentelijke fusies.
Voorbeeld
Landbouwer met 2000 mestvarkens met driefasevoedering in traditionele stal met mengmest, 5 ha maïs. Productiedruk gemeente hoger dan 340 kg/ha.
- Bruto stikstofproductie: 21.800 kg N
- Netto stikstofproductie: 15.960 kg N
- Afzetmogelijkheden eigen gronden: 850 kg N
- Netto stikstofoverschot: 15.110 kg N
Verwerkingsplicht = basispercentage van 30 % + 0,6 % vermenigvuldigd met de 15 volle schijven van 1000 kg netto stikstofoverschot = 30 % + 0,6 % x 15 = 39%
Te verwerken: 39 % x 15.110 kg N = 5.893 kg N
Voor bedrijven die betrokken zijn bij
bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking of
overname van nutriëntenemissierechten mits mestverwerking gelden specifieke regels voor de mestverwerkingsplicht.
Hoe voldoen aan de mestverwerkingsplicht?
Om in een bepaald productiejaar aan de mestverwerkingsplicht te voldoen heeft de landbouwer drie mogelijkheden:
- Eenzelfde hoeveelheid van het te verwerken stikstofoverschot van de landbouwer wordt niet geproduceerd. De Mestbank wordt hiervan op de hoogte gebracht vóór 31 december, voorafgaand aan het productiejaar;
- De landbouwer bekomt een gehele of gedeeltelijke ontheffing van zijn verwerkingsplicht. Dit kan door een equivalent aan nutriëntenemissierechten definitief te laten annuleren (niet-ingevulde nutriëntenemissierechten komen niet in aanmerking);
- De landbouwer verkrijgt mestverwerkingscertificaten. Meer info over mestverwerkingcertificaten vindt u hier.
Wat als niet aan de mestverwerkingsplicht is voldaan?
Als niet aan de mestverwerkingsplicht van een bepaald kalenderjaar voldaan is, bedraagt de geldboete 2 euro per kg N die te weinig verwerkt is. Bij een tweede en volgende overtreding binnen de vijf kalenderjaren, wordt de geldboete 4 euro.