Waarom zijn emissiereducerende maatregelen belangrijk?
Stoffen zoals ammoniak, fijn stof, broeikasgassen en biologische agentia zijn schadelijk voor de lucht, de bodem en het water. Bij sommige van die stoffen die onder meer worden uitgestoten door de landbouw en veeteelt, komt bovendien geur vrij. De Vlaamse overheid wil de schadelijke invloed ervan op het milieu zoveel mogelijk beperken en zet daarom in op emissiereductie, ook in de veeteelt.
Sinds 2004 moeten varkens- en pluimveehouders ammoniakemissiearme (AEA) stalsystemen bouwen. Geschikte technieken werden beschreven in een AEA-lijst, onderverdeeld in een V-lijst (varkens), P-lijst (pluimvee), S-lijst (luchtzuiveringssystemen) en O-lijst (varkens- en pluimveecategorieën waarvoor geen emissiearme stalsystemen bestaan of nodig zijn).
Het PAS-decreet dat in voorbereiding is, bevat een lijst van emissiereducerende maatregelen. Emissiereducerende maatregelen is een verzamelterm voor staltechnieken, bedrijfsmanagementtechnieken en andere maatregelen. De lijst van emissiereducerende maatregelen omvat de lijst van ammoniakemissiearme staltechnieken (AEA-lijst) en de lijst van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS-lijst). Om de aanvraagprocedure toekomstbestendig te maken, gebruiken we de termen uit het nog niet goedgekeurde PAS-decreet nu al.
AEA-lijst
De AEA-lijst dateert van 2004. De verplichting tot het bouwen van AEA-stallen gold toen alleen voor varkens en pluimvee en niet voor runderen of andere diersoorten.
Nieuwheden
Ook voor runderen + nieuwe aanvraagprocedure
Door het ministerieel besluit van 14 maart 2023:
- kunnen
ook voor runderen en andere diercategorieën emissiereducerende maatregelen worden opgenomen op de AEA-lijst;
- is er een vernieuwde aanvraagprocedure.
Nieuwe voorwaarden voor luchtzuiveringssystemen
Door het ministerieel besluit van 14 maart 2023, worden nieuwe algemene voorwaarden voor de nieuwbouw van luchtzuiveringssystemen (luchtwassers en biobedden actief.
De luchtzuiveringssystemen moeten aan
vier voorwaarden voldoen:
- Het luchtzuiveringssysteem moet goed werken.
- Het luchtzuiveringssysteem moet goed worden gedimensioneerd en uitgevoerd op basis van de stal.
- De exploitant en de onderhoudsfirma moeten het luchtzuiveringssysteem controleren om de goede werking van het luchtzuiveringssysteem te garanderen.
- De toezichthouders moeten de goede werking van het luchtzuiveringssysteem controleren.
Om ervoor te zorgen dat elk type luchtzuiveringssysteem voldoet aan die voorwaarden, worden de algemene beschrijvingen van S1, S2 en S3 gaandeweg opgeheven. In plaats van de algemene beschrijvingen komt er een
vernieuwde S-lijst van luchtzuiveringssystemen. Voor elk systeem moeten metingen gebeuren om het reductiepercentage te bepalen. Elk type luchtzuiveringssysteem van een fabrikant zal met het reductiepercentage, de systeembeschrijving en de naam van de fabrikant opgenomen worden op de vernieuwde S-lijst.
Hoe u een meetcampagne organiseert, eerder uitgevoerde metingen en meetrapporten indient en een aanvraagprocedure opstart om opgenomen te worden op de nieuwe S-lijst, vindt u hieronder in de rubriek
aanvraagprocedure.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het
Administratief Team Luchtemissies Veeteelt.
AEA-lijst
PAS-lijst
Naast de AEA-lijst bestaat er ook een PAS-lijst (Programmatische Aanpak Stikstof). De PAS wil bijdragen aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen van speciale natuurbeschermingszones door de uitstoot van stikstof terug te dringen. De PAS-lijst bevat ammoniak-emissiereducerende maatregelen die landbouwers kunnen gebruiken om de bijdrage van hun bedrijf aan de kritische deposities te verminderen.
Op de PAS-lijst staan niet alleen staltechnieken maar ook voeder- en managementtechnieken voor rundvee, pluimvee, varkens én vleesgeiten. Elke techniek op de PAS-lijst behaalt minstens een ammoniakreductie van 10%.
De PAS-lijst is geen lijst van Best Beschikbare Technieken (BBT). Afhankelijk van de specifieke behoeften van het landbouwbedrijf, kunnen de technieken en maatregelen van de PAS-lijst gebruikt worden in de vergunningverlening. Geval per geval wordt geëvalueerd wat het meest geschikt is van de PAS-lijst voor het landbouwbedrijf.
Uitbreidingen aan de lijst kunnen voor advies voorgelegd worden aan het Administratief Team Luchtemissies Veeteelt (AT) en het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV).
De PAS-lijst is te raadplegen op de website van ILVO:
https://ilvo.vlaanderen.be/nl/pas-lijst
Op naar een nieuwe lijst van ammoniakemissiereducerende maatregelen
Op 12 juli 2024 is het decreet gepubliceerd waarin de
AEA-lijst van 2004 en de PAS-lijst van 2014 samengevoegd worden tot één lijst van AER (ammoniakemissiereducerende) maatregelen. De Vlaamse Regering moet wel nog een aantal zaken uitwerken, zoals de opname- en wijzigingsprocedures en ook het kader voor de testtechnieken.
Deze webpagina zal een update krijgen zodra de ontbrekende wetgeving gestemd is.
Administratief Team Luchtemissies Veeteelt (AT) en Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV)
Het Administratief Team Luchtemissies Veeteelt (AT) en het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt (WeComV) adviseren en onderzoeken alle aangelegenheden over luchtemissies door de veehouderij en mestverwerking. Ze behandelen luchtemissies van ammoniak, fijn stof, geur, biologische agentia en broeikasgassen, zoals bepaald in artikels 2.17.1 en 2.17.2 van de VLAREM II. Terwijl het WeComV aanvragen wetenschappelijk onderzoekt, behandelt het AT de administratieve aangelegenheden van een aanvraag.
Het WeComV is een onafhankelijk wetenschappelijk orgaan. Alle informatie over het WeComV, zoals hun samenstelling en hun werking, vindt u op www.wecomv.be.
Het AT is het eerste aanspreekpunt voor uw vragen over het inperken van luchtemissies van de veeteelt. Wilt u nieuwe technieken, maatregelen of aanpassingen aan technieken aanmelden? Ook daarvoor kunt u terecht bij het AT.
Het AT en WeComV brengen advies uit over alle emissiereducerende maatregelen in de veeteelt en mestverwerking, voor ammoniak, fijn stof, geur, biologische agentia en broeikasgassen. Er is ook geen beperking meer voor diercategorieën, zodat het AT en WeComV een goedgekeurde emissiereducerende maatregel altijd kunnen toewijzen aan een lijst van emissiereducerende maatregelen (AEA- of PAS-lijst).
Aanvraagprocedure
U kunt op twee manieren een aanvraag indienen:
- via de goedkeuring van een meetplan en een aanvraag voor opname;
- via gelijkgestelde metingen.
Hieronder vindt u uitleg over beide procedures.
Aanvraag via goedgekeurd meetplan en aanvraag voor opname
Deze procedure heeft de voorkeur, omdat -volgens de huidige wetenschappelijke kennis- de emissiereductie van de maatregel zo exact mogelijk wordt ingeschat. Als u deze procedure toepast, moet u twee fases doorlopen.
Fase 1 – aanvraag om meetplan goed te keuren
De eerste fase richt zich op het laten goedkeuren van het meetplan. Het doel van de eerste fase van de aanvraagprocedure is om u als aanvrager zekerheid te geven over de resultaten van de metingen. Metingen uitgevoerd volgens een goedgekeurd meetplan leveren betere resultaten op over het emissiereducerende potentieel van een maatregel. Op basis daarvan kan een betere conclusie worden gemaakt over de effectieve emissiereductie van de maatregel.
Tijdens fase 1 laat u minstens de ammoniakemissiefactor of het -reductiepercentage van een maatregel onderzoeken. Alle andere reducties van luchtemissies kunnen in voorkomend geval ook onderzocht worden, zoals geur, broeikasgassen en fijn stof.
Hoe verloopt uw aanvraag?
-
Dien het meetplan met bijhorende systeembeschrijving in bij het AT met het formulierFase 1 – Aanvraag tot goedkeuring van een meetplan. Het AT controleert het aanvraagdossier op zijn volledigheid en ontvankelijkheid. Naast het meetplan, is een overzichtelijke en heldere systeembeschrijving een belangrijk onderdeel van fase 1 in de aanvraagprocedure. Met die systeembeschrijving toont u de duidelijke emissiereducerende werking van de maatregel aan. Als het meetplan, de systeembeschrijving of andere elementen in het dossier ontbreken, zal het AT dat met u terugkoppelen. Als het dossier volledig en ontvankelijk is, zal het AT de aanvraag tot goedkeuring van het meetplan voorleggen aan het WeComV.
- Het
WeComV beoordeelt de aanvraag en brengt een advies uit volgens de meest actuele wetenschappelijke inzichten en evoluties.
- Als op een correcte, wetenschappelijke manier de reductie van minstens ammoniakemissie (en/of andere luchtemissies) kan vastgesteld worden, zal het WeComV het meetplan
goedkeuren. Zodra u het goedgekeurde meetplan ontvangt, hebt u
1 jaar tijd om de uitvoering van het meetplan te starten. Als dat niet gebeurt binnen die periode, kunt u de meetresultaten van het goedgekeurde meetplan niet meer gebruiken bij een aanvraag voor opname op een lijst van emissiereducerende maatregelen (fase 2, zie verder).
- Het WeComV kan een meetplan
afkeuren als het niet voldoet. Als er slechts kleine opmerkingen zijn, kan het WeComV het meetplan goedkeuren mits het opleggen van enkele bijkomende voorwaarden. Het is voor u als aanvrager makkelijker om die bijkomende voorwaarden te implementeren in het meetplan tijdens deze eerste fase in de aanvraagprocedure.
Op
www.wecomv.be vindt u een overzicht van de meest actuele richtlijnen over het te volgen meetprotocol en de systeembeschrijving van de emissiereducerende maatregel. U vindt er ook modelformulieren voor het meetplan.
Fase 2 – aanvraag voor opname
In de tweede fase vervolledigt u het dossier om een emissiereducerende maatregel op te nemen in een lijst van emissiereducerende maatregelen met de resultaten van het uitgevoerde meetplan. De tweede fase volgt op het uitvoeren van het goedgekeurde meetplan en het opstellen van het meetrapport. Met het uitvoeren van het goedgekeurde meetplan start de aanvrager
binnen het jaar na de ontvangst van het goedgekeurde meetplan. Op die manier zit er altijd een tijdsperiode tussen fase 1 en fase 2.
Hoe verloopt uw aanvraag?
- Dien bij het AT het aanvraagformulierFase 2 – aanvraag tot opname in een lijst van emissiereducerende maatregelen in om de maatregel op te nemen in de lijst. Als het dossier volledig en ontvankelijk is, legt het AT de aanvraag voor aan het WeComV.
- Het WeComV onderzoekt de resultaten uit het meetrapport en zal onafhankelijk de emissiereductie of -factor vastleggen en samen met het AT borgings- en handhavingsmaatregelen opstellen.
- De adviezen van het WeComV en AT worden voorgelegd aan de minister van leefmilieu. De minister neemt de eindbeslissing over een al dan niet opname op een lijst van emissiereducerende maatregelen (PAS- of AEA-lijst).
Aanvraag via gelijkgestelde metingen
In afwijking van de aanvraagprocedure op basis van een goedgekeurd meetplan en aanvraag voor opname, kunt u ook een aanvraag tot opname indienen op basis van gelijkgestelde metingen met het formulierAanvraag op basis van gelijkgestelde metingen.
Met die aanvraagprocedure kunt u op basis van metingen en meetrapporten, uitgevoerd zonder vooraf goedgekeurd meetplan, vragen om een emissiereducerende maatregel te laten evalueren door het WeComV voor opname op een lijst van emissiereducerende maatregelen.
Naast metingen en meetrapporten, kunt u ook andere benaderingen (literatuur, modelmatige benaderingen…) voorleggen ter evaluatie van de emissiereducerende maatregel. Die andere benaderingen moeten wel eerder gediend hebben bij de opname van de emissiereducerende maatregel in een lijst van emissiereducerende maatregelen.
Aanvraagformulieren
Fase 1 – Aanvraag tot goedkeuring van een meetplan
Fase 2 – aanvraag tot opname in een lijst van emissiereducerende maatregelen
Aanvraag op basis van gelijkgestelde metingen
Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het Administratief Team Luchtemissies Veeteelt (AT) via het e-mailadres at.luchtemissiesveeteelt@vlm.be.
Meer info
Informatie op andere websites
Overzicht ministeriële besluiten (MB)
31 mei 2011
| Actualiseert Bijlage I – de lijst van stalsystemen |
26 maart 2012
| Voegt VEDOW-systeem voor vleesvarkens toe |
16 augustus 2012 | Definieert schuine wanden Voegt grondhuisvestingssystemen voor leghennen en opfokpoeljen van leghennen toe |
19 juli 2013 | Voegt grondhuisvestingssystemen met warmteheaters voor slachtkuikens en opfokpoeljen van slachtkuikenouderdieren toe |
18 augustus 2015 | Voegt VEDOW-systeem voor zeugen in dek- en drachtstal toe |
13 juni 2016 | Voegt nieuw stalsysteem met warmtewisselaar voor slachtkuikens toe Past emissiefactor van stalsysteem P-6.4 aan |
28 mei 2018 | Definieert een afgedekte container, een gesloten mestopslag, continue registratie en een heater Bepaalt de emissiefactoren voor ammoniak afhankelijk van mestopslag/droogtunnel buiten de stal voor systemen P-2.1; P-3.1; P-4.4; P-4.5; P-4.6 |
26 februari 2019 | Voegt een stalsysteem met warmwaterbuizenverwarming voor slachtkuikens toe |
16 juli 2021
| Voegt P-6.4 toe voor slachtkuikens Neemt op dat exploitant een melding indient 2 weken voor stalsysteem van AEA-lijst in gebruik genomen wordt. Herziet hoofdstuk 5 van Bijlage I (S-lijst) met nieuwe eisen voor de luchtwassers en biobedden Herziet de procedure voor de opname op de lijst van stalsystemen (Bijlage II; geactiveerd met de ondertekening van het MB van 14 maart 2023) |
14 maart 2023
| Breidt de aanvraag uit met de diercategorie Rundvee Breidt de aanvraag uit met de mogelijkheid om stalsystemen aan te vragen voor andere diersoorten dan varkens of pluimvee
|
Contactgegevens Administratief Team Luchtemissies Veeteelt (AT)
Administratief Team Luchtemissies Veeteelt
Dienst Productie en Afzet, afdeling Mestbank
Koning Albert II-laan 15
1210 Brussel
Mark Willems
T 02 543 72 46
at.luchtemissiesveeteelt@vlm.be