Boerderijcompost
wordt beschouwd als een traagwerkende meststof en is dus toegevoegd aan de lijst van meststoffen van type 1.
Bij de compostering van boerderijcompost kan naast organische restproducten en stalmest ook houtig materiaal en maaisel afkomstig van natuurbeheer gebruikt worden. De natuurbeheerder die materiaal aanbiedt voor boerderijcompost, moet een landbouwernummer aanvragen bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. Een landbouwer kan met maximaal twee andere bedrijven samenwerken om te composteren. Dat kan zowel met natuurbeheerders als landbouwers zijn.
De compost mag worden gebruikt op de percelen van het bedrijf waar gecomposteerd wordt en op de percelen van één of twee bedrijven waarmee de landbouwer samenwerkt voor de compostering.
De Vlaamse Regering kan nog nadere regels bepalen en extra voorwaarden opleggen voor het gebruik van boerderijcompost.