Het ruilverkavelingsplan voorziet een ruimtelijke indeling in enerzijds plateaus en anderzijds valleien. De valleien worden door topografie, bestaande landschapselementen en bodemgebruik bepaald. Ook is de grenslijn tussen plateau en vallei een structuurlijn in de vorm van een talud, een houtkant, een weg, enz. Waardevolle valleien zouden ingericht worden als extensiever bodemgebruik met bos en weiland, eventueel uitgebreid met bufferstrook waarop landbouwers onder bepaalde randvoorwaarden en in functie van natuurontwikkeling de percelen kunnen bewerken.
Foto vallei-bos
De holle wegen vormen naast de valleien de belangrijkste landschappelijke structuren, verspreid over het ganse projectgebied en variërend in structuur en waarde. De holle wegen worden gebufferd ter hoogte van de schouders in een variabele breedte tussen 2 meter en maximaal 10 meter.
De kleine landschapselementen op de plateaus worden maximaal behouden. Bijkomende structuren zijn nodig voor de ontwikkeling van akkerorganismen, vaak in combinatie met andere maatregelen voor o.a. archelologie en water.
Deze maatregelen worden via de herverkaveling gerealiseerd.
Bij de aanleg van de wegen worden de werken op ecologisch waardevolle locaties voorzichtig uitgevoerd ter bescherming van de bestaande natuurwaarden in de bermen of taluds. .