“Akkervogels en agrobiodiversiteit.” Onder die titel vond op 3 mei een symposium plaats in Alden Biesen (Bilzen). Biodiversiteit komt namelijk niet enkel voor in natuurgebieden. Heel wat typische soorten, zoals akkervogels, zoeken bewust landbouwgebied op. Helaas wil dat niet automatisch zeggen dat ze zich hier goed kunnen handhaven. Gelukkig zijn er organisaties, overheden en landbouwers die zich inzetten om het tij te keren. Op dit symposium bespraken ze de inspanningen van de afgelopen jaren en de grote uitdagingen waar ze nog voor staan.
Waarschijnlijk denkt u niet meteen aan akkers als het over zeldzame dieren en planten gaat. Naast akkervogels zoals de veldleeuwerik, kiekendieven, geelgors, boerenzwaluw, kievit en patrijs, vind je er onder meer hazen, dassen, nuttige insecten en planten zoals het akkerviooltje en de korenbloem. De intensivering van de landbouw, met het gebruik van pesticiden, grotere percelen en minder kleine landschapselementen zoals gemengde hagen, bomen en houtkanten, maakt dat akkersoorten het moeilijk hebben. Gelukkig kunnen landbouwers zelf mee een verschil maken.
Boer zoekt kiekendief
De Vlaamse overheid stelt Soortenbeschermingsprogramma’s (SBP) op voor kwetsbare soorten zoals de grauwe kiekendief. Deze Europees beschermde roofvogel laat zich in Vlaanderen nog slechts sporadisch opmerken.
Minister van Natuur Zuhal Demir: "Je zou het niet meteen zeggen, maar landbouwakkers zijn een echte goudmijn voor heel wat zeldzame planten en dieren. Door de intensieve landbouw vinden verschillende akkervogels, zoals de grauwe kiekendief, de laatste jaren alsmaar moeizamer hun weg naar de Vlaamse akkers. Daardoor krijgen alle planten en dieren die in ons landbouwgebied leven het steeds moeilijker om te overleven. In 2017 hebben we daarom de eerste stappen gezet om het de grauwe kiekendief opnieuw naar zijn zin te maken in Vlaanderen. Via het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) gaan we nu stap voor stap nieuwe acties opzetten om van Vlaanderen opnieuw een echte thuis te maken voor deze bijzondere roofvogel en alle andere akkerdieren.”
Overleg aan de keukentafel
Landbouwers zijn een onmisbare partner. Zij kunnen op vrijwillige basis een beheerovereenkomst sluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Daarmee engageert de landbouwer zich om de akkernatuur op en rond zijn terreinen een handje te helpen. Voor het leefgebied van de grauwe kiekendief is het inzaaien van zogenaamde vogelakkers. Dat zijn stroken luzerne en klaver, afgewisseld met stroken van gras, graan en kruiden. In de luzernestroken vinden de kiekendieven veldmuizen, waarmee ze hun kroost grootbrengen. De stroken graan en kruidenrijk gras bieden dekking en insecten voor andere akkervogels.
De acties vormen ook een meerwaarde voor de landbouwer. Luzerne is een goede bodemverbeteraar en een eiwitrijk veevoeder. Daarnaast voorziet de beheerovereenkomst in een financiële vergoeding om eventueel inkomstenverlies te compenseren.
Olga Jongeneelen (VLM): “In 2023 lanceert de VLM vernieuwde beheerovereenkomsten, die nog meer soortgericht zijn en focussen op gebieden die door onderzoekers (van ANB en het INBO) aangeduid zijn als ideale leefgebieden. Onze medewerkers zijn momenteel druk bezig om deze nieuwe samenwerkingsmogelijkheden aan landbouwers toe te lichten. Ze gaan met hen rond de keukentafel zitten om samen te kijken wat mogelijk is, en combineren een goede kennis van de landbouwstiel met ecologische expertise. Mooi is verder dat heel wat landbouwers ondertussen als ambassadeur fungeren en hun collega’s warm maken voor akkernatuur.”
Land(schap)bouwers in actie
De regionale landschappen vormen neutrale partners die dicht bij de praktijk staan en op een sterk en lokaal verankerd netwerk bogen.
Elien Van hunsel (RLZH):“Regionaal Landschap Zuid-Hageland (RLZH) fungeert als procesbegeleider en gebiedscoördinator voor Plan Kiekendief. We brengen iedereen samen en zoeken naar een evenwichtige mix van maatregelen in het landbouwgebied. Voor de landbouwers en natuurbeschermers organiseren we terreinbezoeken, infoavonden en een samenaankoop van zaden. Samen met hen, maar ook met de gemeenten, kleden we het landschap terug aan. Dat gaat dan bijvoorbeeld om het aanplanten van struiken, bomen, houtkanten, hagen, heggen, de aanleg van permanente grasstroken of aangepast bermbeheer. Samen met de vogelakkers vormt dit een goede nieuwe habitat voor de grauwe kiekendief en andere akkervogels”
Een voorbeeld van de lokale samenwerking tussen landbouw en natuur is Plan Leeuwerik in Bilzen.
Joke Rymen (RLHV): “Natuurpunt, de stad Bilzen, Werkgroep Grauwe Gos, de VLM en Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLHV) sloegen de handen in elkaar om samen met privé-eigenaars en landbouwers de biodiversiteit in een intensief akkergebied te versterken. Met alle landschapsgebruikers samen nemen we gerichte maatregelen om de boerennatuur te doen floreren. Een mooi voorbeeld is de groene inrichting van 20 lappen grond onder hoogspanningsmasten op enkele akkers. Samen met de betrokken landbouwers en netwerkbeheerder Elia worden hier grassen en kruiden ingezaaid en struikjes aangeplant, zodat akkervogels voedsel en schuilplekken vinden. De leeuwerik fungeert als mascotte, maar we richten ons ook op andere akkersoorten. Als we landbouwers persoonlijk kunnen informeren en begeleiden op maat van hun bedrijf en de streek merken we een grote wil om zich in te zetten voor akkernatuur.”
Door kiekendiefogen naar het landschap kijken
Hebben deze mooie projecten voldoende effect? Om dat na te gaan, zijn er heel wat specialisten en vrijwilligers actief. In Zuid-Hageland en Zuid-Limburg is het Werkgroep Grauwe Gors die de vrijwilligerswerking aanstuurt, de doelsoorten op het terrein opvolgt en ecologisch advies geeft aan de andere projectpartners.
Freek Verdonckt (vrijwilliger Werkgroep Grauwe Gors): “Het is belangrijk om onderbouwd en kennisgedreven te werken. Wij proberen altijd door de bril van de akkervogels te kijken: wat hebben zij nodig om veilig een nest groot te brengen, hoe gebruiken zij de genomen maatregelen, waar laten we nog kansen liggen? De mix aan maatregelen moet er eigenlijk pal op zitten om te werken, maar ook het omliggende landbouwgebied is belangrijk. Er zijn nog kennishiaten op dat vlak, die we samen trachten weg te werken. Zowel landbouw als natuur zijn bovendien voortdurend in beweging, daar moet je met gepaste maatregelen continu op inspelen en blijven opvolgen. Het werk is nooit af!”
Het is absoluut een work in progress, deze ‘biodiverse akkerlandschappen’. Daarom blijven de projectpartners en de deelnemende landbouwers inzetten op gevarieerde landschappen waar heel wat soorten zich thuis voelen op en in een gezonde bodem. En zo is de cirkel rond, want een goede bodem levert kwaliteitsvolle en duurzame producten en daar profiteert ook de landbouwer en bij uitbreiding iedereen van. Samen gaan we voor gevarieerde landschappen met een rijke biodiversiteit en gezonde voedselproductie.
Meer info: