Proficiat met de erkenning van de Landschapsparken Grenzeloos Bocageland en Hart van Haspengouw! Wat betekent dit voor jullie als één van de initiatiefnemers?
An: Het is een droom die uitkomt. We hebben daar heel hard aan gewerkt samen met vele partners, het is ook een erkenning voor hen. De samenwerking over de sectoren en gemeentegrenzen heen rond natuur, landbouw, erfgoed en toerisme bestond al langer, maar nu zijn er ook grensoverschrijdend nieuwe contacten gelegd en dat maakt het extra verrijkend. Natuur en landschap vragen een aanpak op langere termijn, over legislaturen heen. Voor ons was het dan ook heel boeiend dat we samen met alle partners konden nadenken over waar we over 24 jaar willen staan. Als Regionaal Landschap waren we heel blij met de oproep van Landschapsparken door de Vlaamse regering. Die oproep kwam voor ons als een geschenk uit de hemel.
We hebben ook discussies gehad tijdens de opmaak van de masterplannen. Gaat dit beperkingen opleveren? Hoe ‘betuttelend’ gaat de overheid ons behandelen? Maar we konden dit steeds open bediscussiëren en hebben de Landschapsparken vooral als een kans bekeken. We zijn dan ook heel dankbaar dat dit nu beloond wordt.
Was de landbouwsector in het voorbereidend traject ook betrokken?
Ja, daar hebben we intensief mee samengewerkt. Landbouwers zijn onze belangrijkste partners, samen met private landeigenaren die historische landgoederen in eigendom hebben. Samen zijn ze de grootste openruimtegebruikers in Zuid-Limburg. We hebben hen hard nodig om het beheer van het landschap in de toekomst te verzekeren. Ook in deze streek was er initieel wel wat wantrouwen, maar via inspraakmomenten zoals praatcafés en workshops hebben we geluisterd naar die bekommernissen en die verwerkt in de visie. Het is echt een samenwerkingsverhaal dat van onderuit geschreven is. In Zuid-Limburg hebben we niet de grote aaneengesloten natuurgebieden, maar wel veel verschillende natuurorganisaties die topnatuur beheren. De oppervlakte natuur is misschien minder groot maar de aanwezige biodiversiteit is uitzonderlijk hoog. Het was belangrijk om ook hen samen rond de tafel te kunnen brengen.
Wat maakt Zuid-Limburg zo bijzonder dat het twee landschapsparken verdient?
Ik denk de unieke combinatie en verwevenheid van erfgoed, natuur, landbouw en lokale economie. Reken daarbij ook nog de uitzonderlijke gastvrijheid en couleur locale. Zowel in Voeren als in Haspengouw zijn landbouw en natuur onlosmakelijk met elkaar verbonden. We hebben hier een uiterst rijke en vruchtbare ondergrond die zich weerspiegelt in rijkdom bovengronds. De Romeinen hebben dat lang geleden al ontdekt.
Meer dan 2000 jaar geleden drukten de Romeinen hun stempel reeds op Zuid-Limburg. Naast restanten van de Romeinse stadsmuren, een aquaduct en verschillende tumuli, is er de Romeinse weg, die nu gretig gebruikt wordt als wandel- en fietspad. De ideale bodemcondities zorgden later ook voor de vele vierkanthoeves en kasteeldorpen. Er is van oudsher veel grondgebonden landbouw en weinig industrie. Het Zuid-Limburgse landschap is een typisch voedsellandschap waar met het nodige respect en fierheid mee omgegaan is. En dat voel je vandaag nog altijd. De landbouw is hier niet industrieel, maar veelal familiaal en op maat van het landschap. Dat creëert ook kansen naar hoevetoerisme. Het eerste hoevetoerisme is trouwens hier ontstaan, omdat de inwoners en landbouwers vanuit een fierheid die schoonheid willen delen.
Waarom zijn hier dan extra inspanningen nodig om dat landschap in stand te houden?
Door die sterke verwevenheid van natuur, landschap, erfgoed en landbouw heeft de overheid heel wat doelstellingen geformuleerd vanuit verschillende beleidskaders. Die allemaal realiseren is een complexe opdracht en een grote uitdaging. Bovendien staat het model van kleinschaligheid hier sterk onder druk. We hebben landbouwers nodig als landschapsbouwers voor het beheer van het cultuurlandschap, dat hier ontstaan is door de landbouwers. Die familiale landbouw wordt vandaag bedreigd door gebrek aan opvolging, rechtsonzekerheid, grondprijzen die de pan uit swingen… Om het karakteristieke landschap hier te behouden is het essentieel dat de familiale landbouw een toekomst heeft.
Op termijn moet Haspengouw ook een kwaliteitslabel worden voor duurzame landbouwproducten. Ons fruit, de wijnen, granen, de stroop, … bedoeling is om die samen te kunnen vermarkten, met Haspengouw als kwaliteitslabel voor binnen- en buitenland. Het Land van Herve heeft daar reeds ervaring in en kan die dankzij het Landschapspark grensoverschrijdend delen met Voeren en Nederland. Anderzijds mogen beide streken ook geen openluchtmuseum worden en willen we massatoerisme vermijden.
Rond welke speerpunten willen jullie werken in de twee parken?
In beide Landschapsparken zullen we werken rond water of beter gezegd sponslandschappen, agro-biodiversiteit, erfgoed en vrijetijdseconomie, met weliswaar andere accenten in beide parken. Zo werken we in Haspengouw bijvoorbeeld samen met twee proefcentra aan veldonderzoek waarbij we samen met landbouwers zoeken naar nieuwe vormen van duurzame landbouw via nature based oplossingen. Op het vlak van agro-ecologie willen we de streek echt vooruitstrevend maken.
In Voeren zullen we in een eerste fase vooral focussen op de uitdagingen rond water door het creëren van een grensoverschrijdende klimaatrobuuste vallei. Daar willen we naast concrete inrichtingswerken ook onderzoeken hoe we de verschillende beheervergoedingen beter op elkaar kunnen afstemmen, zodat het voor landbouwers eenvoudiger en economisch interessanter wordt om het landschap te beheren.
In beide streken willen we absoluut ook die couleur locale behouden en inwoners betrekken als fiere streekambassadeurs. Maar ook bezoekers willen we meer engageren. In Voeren kunnen zij bijvoorbeeld vrijblijvend een bijdrage doneren door in de horeca of langs de wandelingen een QR-code te scannen. Dat geld gaat naar een landschapsfonds dat kleine openruimteprojecten financiert die bewoners kunnen voorstellen.
Het is goed dat we de streek hier nu op de kaart kunnen zetten. Het is wel een uitdaging om het evenwicht te bewaken tussen alle gebruikers van het landschap. Voor Haspengouw moet toerisme bijvoorbeeld meer gespreid worden in tijd en ruimte, omdat nu alles geconcentreerd is in de bloesemperiode en op enkele reeds gekende plekken zoals bijvoorbeeld het doorkijkkerkje in Borgloon. In Voeren ligt de uitdaging vooral grensoverschrijdend, in de relatie met Nederland en Wallonië. In beide streken willen we meer werken op kwaliteit dan op kwantiteit. Dat is ook een zorg van de gemeentebesturen en is besproken met Toerisme Vlaanderen.
Welke ondersteuning zou het beleid kunnen aanreiken?
We hebben nu die gebiedscoalities opgezet waarbij we samen met partners een masterplan schreven en ondertekend hebben. De neuzen staan in dezelfde richting. Die erkenning is er nu ook vanuit Vlaanderen en hopelijk volgt ook het vertrouwen in de coalities om gebiedsgericht en op maat van de streek acties te kunnen opzetten, die ook inspirerend kunnen zijn voor andere regio’s in Vlaanderen. We hopen dus dat we wat experimenteerruimte krijgen.
Op het terrein stellen we vast dat verschillende beleidskaders en instrumenten elkaar soms wat tegenspreken, ook daar willen we faciliteren om tot oplossingen te komen en het gesprek aangaan. We zijn ervan overtuigd dat de instrumentenkoffer van de VLM ons daarbij zou kunnen helpen om onze plannen te realiseren. Bijvoorbeeld door landinrichting in te zetten kunnen we uitvoering geven aan het transversaal landschapsbeleid.
Als Regionaal Landschap willen we de brug zijn tussen het beleid, het middenveld en de burger. Dit door participatief, bottom-up, transversaal en intersectoraal te werk te gaan op maat van de streek. Ook de VLM speelt die noodzakelijke rol, maar dan op Vlaams niveau. In die rol van bruggenbouwer tussen beleid en praktijk vinden we elkaar dus wel. We kijken dan ook positief naar de toekomst en hebben veel goesting om met de uitdagingen aan de slag te gaan. De erkenning als landschapspark geeft daarvoor zeker een belangrijke boost.
Tot slot zou ik ook nog willen pleiten voor een breder landschapsbeleid in Vlaanderen dan enkele de erkenning van 5 landschapsparken en 4 Nationale Parken. Als Regionale Landschappen juichen we deze belangrijke stap in het landschapsbeleid toe. De 9 parken worden immers de parels aan de kroon van het Vlaamse landschap. Maar als Regionale Landschappen vinden we dat overal in Vlaanderen een basis van landschapskwaliteit noodzakelijk is voor zowel de gezondheid en het welzijn van alle Vlamingen, alsook om ons te wapenen tegen de klimaat- en biodiversiteituitdagingen.
Daarom lanceren de Regionale Landschappen samen met alle partners van de open ruimte op 20 oktober (Internationale dag van het Landschap) hun LandschapsDeal waarin we pleiten voor sterke landschappen die vragen om kwaliteitsvol beheer en optimale samenwerking.
Veel succes met de uitvoering van alle plannen!
Meer info
www.hartvanhaspengouw.be
http://www.rlhv.be/landschapspark-grenzeloos-bocagelandschap-parc-paysager-bocage-sans-frontieres