In 2019 werd, onder impuls van de provinciegouverneur, het raamakkoord Oudlandpolder ondertekend. Met dit raamakkoord engageren Vlaamse overheden,de provincie West-Vlaanderen, lokale besturen, waterbeheerders en natuur- en landbouworganisaties zich om samen te werken aan een klimaatrobuust waterbeheer én een duurzame toekomst voor zowel landbouw als natuur in het gebied van de Oudlandpolder. De klimaatverandering en de steeds duidelijker merkbare gevolgen dwingen ons immers om actie te ondernemen.
Om de doelstellingen van het raamakkoord te realiseren, stelde de Vlaamse regering op 18 december het landinrichtingsproject Oudlandpolder in. Dit landinrichtingsproject omvat het volledige grondgebied van Bredene, De Haan, Blankenberge en Zuienkerke en delen van het grondgebied van Brugge, Jabbeke en Oudenburg.
"In de Oudlandpolder bewijzen we dat samenwerken loont", zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir. "Landbouwers, de industrie, natuurverenigingen en toeristische partners slaan de handen in elkaar om het gebied weerbaarder te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering. In één beweging wordt de natuur versterkt, de landbouw duurzamer gemaakt, de polderdorpen worden leefbaarder gemaakt en fietsverbindingen geven het fietstoerisme in boost", aldus minister Demir.
Via een landinrichtingsproject kan een brede waaier aan instrumenten en maatregelen worden ingezet om de inrichting van een open ruimtegebied structureel aan te pakken (grondruil, werken, subsidies…). De uitvoering hiervan gebeurt in overleg met en inspraak van alle betrokkenen en met oog voor de impact van maatregelen op mens en milieu. Met de goedkeuring van het landinrichtingsproject Oudlandpolder komt ook een budget van 9.800.000 euro subsidies landinrichting beschikbaar bovenop de reguliere investeringsmiddelen voor het gebied.
Naast het realiseren van een meer klimaatrobuust waterbeheer zal het landinrichtingsproject ook inzetten op de transitie naar duurzame landbouw, het versterken van de natuur-, landschaps- en erfgoedwaarden, recreatieve en functionele fietsverbindingen en het versterken van de leefbaarheid en omgevingskwaliteit van polderdorpen en overgangszones kust-polder.
Geplande initiatieven voor een klimaatrobuust waterbeheer in de Oudlandpolder
In de Oudlandpolder zullen verschillende initiatieven voor het klimaatrobuust maken van het watersysteem worden onderzocht en uitgevoerd. De opgedane ervaringen kunnen helpen om ook in andere polders het watersysteem aan te passen. Het gaat hierbij o.a. om:
- het realiseren van hydrologisch gescheiden compartimenten voor landbouw en natuur;
- het verhogen van de buffercapaciteit van waterlopen;
- een aanpassing van het gevoerd waterpeilbeheer;
- het anticiperen op de te verwachten zeespiegelstijging door de uitwateringsconstructies op zee te verbeteren;
- de wateraanvoer verzekeren door de waterinlaten van de polder te verbeteren en alternatieve waterbronnen (bv. waterzuiveringsinstallaties) aan te spreken;
- een ondergrondse zoetwateropslag in de kreekruggen;
- een uitbreiding en optimalisatie van het meetnet;
- private initiatieven voor wateropslag en efficiënt watergebruik ondersteunen.
Andere geplande initiatieven in het landinrichtingsproject Oudlandpolder
Naast jet realiseren van een klimaatrobuust waterbeheer wil het landinrichtingsproject ook ondersteunend werken aan andere initiatieven die de omgevingskwaliteit van de open ruimte verbeteren. Het gaat hierbij o.a. om:
- de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor de poldergerelateerde natuur;
- het flankerend ondersteunen van de realisatie van de fietssnelwegen Brugge-Zeebrugge (F31), Knokke-Heist-De Panne (F34) en Brugge-Oostende (F30),
- het flankerend ondersteunen van de energietransitie in Vlaanderen door het milderen van de effecten van de realisatie van de hoogspanningslijn VENTILUS;
- het versterken van de recreatieve, landschappelijke en milieukundige rol van de polderrand van de kust;
- het verbeteren van de leefkwaliteit van de polderdorpen in de Oudlandpolder.
De Oudlandpolder
De Oudlandpolder ligt ten noordwesten van Brugge, tussen het Boudewijnkanaal, het kanaal Brugge-Oostende en de Noordzee. Het dichte netwerk van grachten, sloten, kanalen en sluizen dient om regenwater af te voeren naar de zee. De vruchtbare poldergrond maakte van de Oudlandpolder een belangrijk gebied voor akkerbouw en veeteelt. Het is het eerste ingepolderde gebied van Vlaanderen.
Op een aantal plaatsen, Moeren genaamd, is veen ontgonnen. Hierdoor ontstonden natte, laag gelegen gebieden. Ook de zogenaamde poelgronden kwamen in de loop der eeuwen een stuk lager te liggen. In deze lager gelegen en moeilijker te ontwateren gebieden ontwikkelden zich belangrijke natuurgebieden met typische plant- en diersoorten.
De Oudlandpolder heeft nog een sterk open karakter met weidse blikken. In tegenstelling tot andere gebieden in Vlaanderen is er weinig lint- en verspreide bebouwing. De verwevenheid tussen landbouw, natuur en historische dorpskernen in het typisch polderlandschap is groot. Het contrast met de sterk verstedelijkte en toeristische kustzone is uitgesproken.
Kust en klimaat
De Oudlandpolder sluit aan op de Vlaamse kust. En die is door een combinatie van factoren bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering.
In Europa is de Vlaamse kust, samen met die van Nederland, het meest kwetsbaar voor overstromingen vanuit zee. Zonder kustverdediging zou de Oudlandpolder momenteel gemiddeld één maal per jaar voor 70 % overstromen. Naast de kustverdediging zijn er nog twee belangrijke klimaatuitdagingen die samenhangen met het specifieke waterbeheer van de polders. Een eerste betreft de afvoer van overtollig hemelwater naar de zee. Dit lukt echter alleen bij laag tij. Door de zeespiegelstijging zal dit 'lozingsvenster' in de toekomst steeds kleiner worden, wat de kans op overstromingen in het hinterland bij hevige regenval doet toenemen.
Daarnaast laten steeds drogere zomers zich extra hard voelen en leidt deze droogte in toenemende mate ook tot verzilting van waterlopen en polderbodems.
Naar een klimaatrobuust waterbeheer
De klimaatverandering maakt duidelijk dat het waterbeheer van de polders aangepast moet worden. Oplossingen zijn te vinden door in te zetten op nieuwe vormen van samenwerking tussen landbouw, natuur, industrie, toerisme, verstedelijking en waterbeheerders.
Een eerste belangrijke strategie is het voorzien van extra ruimte voor het bergen van water. Het aanpassen van het peilbeheer is een tweede belangrijke strategie. Ten slotte is ook zuiniger omgaan met zoet water belangrijk.