De afbakening van de gebiedstypes, gebeurde op basis van de afstroomzones van de Vlaamse waterlichamen.
De MAP-meetpunten voor het oppervlaktewater en de grondwatermeetpunten in een afstroomzone, zijn een steefproef voor de impact van de landbouw op de oppervlaktewaterkwaliteit in een afstroomzone.
De MAP-meetpunten situeren zich in de haarvaten van het watersysteem en zijn zodanig geïnstalleerd, dat ze de lokale impact van de landbouw meten. Wat het grondwater betreft, is het zo dat bij de afbakening van de gebiedstypes rekening wordt gehouden met de toestand en de trend in de bovenste filter van het grondwatermeetnet. Het water dat bemonsterd wordt ter hoogte van die bovenste filter komt van dichtbij. Het intrekgebied is bovendien in de meeste gevallen klein.