De weersomstandigheden hebben inderdaad een invloed op de bemesting en de nutriëntenverliezen. Echter, dit is een gegeven waar elke landbouwer in veel situaties rekening mee kan houden in zijn bemestingsstrategie.
Bemesting volgens het principe van de 4J's, nl. met de juiste mestsoort, op het juiste tijdstip, met de juiste dosis en met de juiste bemestingstechniek, vangt onvoorziene weersomstandigheden grotendeels op. Bemesting te vroeg in het groeiseizoen, op een moment dat het gewas nog onvoldoende ontwikkeld is, past niet in de 4J-filosofie en vergroot het risico op uitspoeling door onvoorziene regenval. Het is daarom veel beter om de bemesting uit te voeren op een tijdstip dat het gewas het het meest nodig heeft. De 4J-aanpak vermindert de kans op verliezen door onvoorziene weersomstandigheden en biedt zowel een economisch voordeel voor de landbouwer als een milieukundige winst. Ook het fractioneren van de bemesting doorheen het groeiseizoen is een goede praktijk, waarbij de landbouwer kan inspelen op de weersomstandigheden.